slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Controllers en de gevolgen van de crisis

Controllers en de gevolgen van de crisis

6 juli 2012 om 13:17 door Paul Simons 0 reacties

Het Jaarcongres Public Controlling 2009 dat op 22 april in het Rotterdamse WTC werd gehouden, was uitverkocht. Een volle zaal met zo’n 275 controllers uit publieke en private sector genoot van kleurrijke sprekers die het vak van de controller in woelige tijden scherp en humorvol wisten neer te zetten.

In de hal van het WTC duikt eventjes Erasmus op. Levensecht. Groen geoxideerd zoals we hem kennen als bronzen standbeeld. Voor zich heeft hij zijn grote boek. Met een wijds gebaar haalt hij daaruit brochures. Hij reikt congresgangers deze aan alsof hij hen wil laten delen in zijn persoonlijke kennis en wijsheid. De geest van deze filosoof is ongetwijfeld op het congres aanwezig, getuige de vele momenten die tot nadenken stemmen. Dat is wel aan de doelgroep besteed met het oog op de actuele en indringende kwesties waar controllers zich nu voor gesteld zien.

Toezicht schoot tekort
Het staat niet expliciet als dagthema geprogrammeerd, maar de financiële crisis eist tijdens het jaarcongres een hoofdrol voor zichzelf op. Als eerste staat oud-staatssecretaris van Financiën Willem Vermeend met zijn inleiding uitvoerig stil bij de oorzaken en de gevolgen van de crisis. Vanuit zijn rijke internationale ervaring geeft hij een puntige analyse, doorspekt met anekdotes. “Bij het uitbreken van de crisis hadden we een reisverbod voor bankiers moeten uitvaardigen”, zo stelt hij uitdagend. Bankiers hebben volgens hem de crisis internationaal verspreid door producten massaal van elkaar over te nemen. Met speciale dank aan de Bank of Scotland. Vermeend: “De Amerikanen wist mandjes met triple-A beleggingsproducten aan de Bank of Scotland te verkopen. Andere landen zagen dat, namen deze over en zo kwamen miljarden mandjes wereldwijd terecht in het financiële stelsel. Niemand nam de moeite om te kijken wat er in die mandjes zat. Het toezicht schoot tekort. Nota bene een stagiaire van de Bank of Scotland ontdekte dat de beleggingsproducten rotzooi waren, maar toen was het al te laat. Met het collectief afwaarderen van deze subprime- hypotheken was het hek van de dam!” Door hun spaartegoeden te beleggen in deze Amerikaanse producten hebben Europa en Azië volgens Vermeend de crisis rechtstreeks zelf gefinancierd.

Oplossen wat fout is gegaan
Een negatieve hoofdrol in het ontstaan van de crisis dicht Vermeend toe aan Henry Paulson, voormalig minister van Financiën van de VS. Vanuit zijn internationale ervaringen vertelt hij: “Er komen donker geklede mensen op het departement, vertegenwoordigers van Lehmann Brothers, in feite makkers van Paulson, vrienden. Ze uiten de noodkreet dat de bank dreigt om te vallen. Paulson zegt geen geld in de zakenbank te willen steken. Markt is markt. Dat je zoiets zegt, kan ik me nog voorstellen, maar dat je daarna niet nadenkt, vind ik onvoorstelbaar!” Nadat Paulson zijn solidariteit met de Amerikaanse belastingbetaler wereldwijd op CNN had betuigd, kelderden de beurzen wereldwijd als nooit tevoren.

“Oerdomme actie van Paulson. Jammer dat we geen bevoegdheden hadden om hem op te pakken!”, zegt Vermeend met een knipoog naar de Nederlandse marine die onlangs Somalische piraten arresteerde en weer liet gaan. De zaal reageert geamuseerd. Over de situatie in Nederland is Vermeend tamelijk somber. Van de drie scenario’s die hij geeft over de duur van de crisis en het herstel volgt hij zelf de meest negatieve. Pas in 2011 verwacht hij enig herstel. Maar dan zullen we volgens hem ook een heel andere economie zien, met andere verhoudingen tussen de publieke sector en de markt. Met een andere bestuurscultuur, met meer aandacht voor integriteit en ethiek. “Er is ongetwijfeld meer toezicht nodig. Alles wat te maken heeft met rapportage en verantwoording is uw voorland. U wordt straks altijd gevraagd. Voor u begint het leuke werk in 2011 om alles op te lossen wat nu is fout gegaan!”, zo besluit hij zijn betoog.

Eén uur per week nadenken
Even later op het jaarcongres neemt Jaap Koelewijn het woord en bespreekt de kredietcrisis in relatie tot de publieke sector. Hadden controllers en burgemeesters het omvallen van de IJslandse Landsbanki kunnen zien aankomen? Jazeker, is zijn stelling. “Als banken omhoog stijgen als raketten, zoals in IJsland, dan kan het ook snel misgaan. IJsland heeft evenveel inwoners als Utrecht. Zou u uw geld in Utrecht beleggen? De IJslanders hebben alleen wat geisers, visindustrie en banken. Dat is geen evenwichtige economische situatie. Dan moet je als belegger toch gaan nadenken?!”, zo prikkelt hij zijn gehoor. Natuurlijk hebben gemeenten hun protocol voor beleggingen, maar volgens Koelewijn zijn deze te globaal. Bovendien moeten controllers na het lezen van de protocollen nog altijd zelf goed nadenken. Anders dan de Nederlandse publieke sector is het bedrijfsleven nauwelijks geraakt door het faillissement van Landsbanki. Zij gingen niet af op de double-A plus rating ten aanzien van Landsbanki, maar schatten de risico’s in via CDS, een veel betrouwbaarder risico-indicator. “Laat Landsbanki een leerzame waarschuwingscase zijn”, zo adviseert hij. “Voer niet blindelings de regels uit. Daarmee schiet u uzelf in de voet. Vaar ook niet blind op anderen, ook niet de Nederlandse Bank. U bent verantwoordelijk voor uw eigen zakelijk handelen. Doe zelf aan onderzoek naar soliditeit en organiseer uw risicomanagement. Neem per week minstens één uur de tijd om na te denken!”

De baas willen zijn
Bij de inleiding van Willem van Leeuwen, oud-voorzitter van branchevereniging Aedes, zit de zaal opnieuw op het puntje van de stoel. Het negatieve nieuws over zijn hoge vertrekpremie, over fraude bij Rochdale, over vastgoedexcessen van Philadelphia en over het schipdebacle bij Woonbron maakt toezicht bij woningbouwcorporaties tot een actueel item op het congres. Van Leeuwen gaat met een kwinkslag in op het nieuws rond zijn persoon, maar concentreert zich dan op zijn onderwerp: toezicht op maatschappelijke ondernemingen. In vogelvlucht schetst hij de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld. Van oorsprong stonden de particuliere scholen, ziekenhuizen, zorgaanbieders en woningcorporaties dichtbij de samenleving. Het was voor mensen goed bereikbare maatschappelijke dienstverlening. Mede door toenemende overheidsbemoeienis is deze dienstverlening steeds meer verzakelijkt. Van Leeuwen: “Het middenveld is nu verweesd. Het is niet meer van de samenleving, maar ook niet van de overheid. Die had daarover toch al niets te zeggen. Met het geven van subsidie zit de overheid immers nog niet op de bestuurdersstoel. Al zou ze dat wèl willen. Den Haag heeft graag een soort staatswoningbedrijf is, want dan kan de regering er de baas over zijn.” Zo liggen de verantwoordelijkheden volgens Van Leeuwen echter niet. In dit kader meldt hij de zaal dat hij op z’n smartphone heeft gezien dat op hetzelfde moment in de Tweede Kamer een motie werd ingediend om de minister druk uit te laten oefenen op het Woonbronbestuur om af te treden. Een onwenselijke situatie in zijn ogen.

Waarheid boven tafel
Wel pleit Van Leeuwen in zijn presentatie ervoor dat bij de totstandkoming van wettige maatschappelijk ondernemingen het toezicht goed geregeld wordt in de vorm van bijvoorbeeld een belanghoudersraad. In zijn ogen moet zo’n raad vooral aan het begin van een beleidsproces zijn kritische rol goed kunnen vervullen. Een goed samenspel met de controller is daarbij belangrijk. Als voorbeeld noemt hij de case van Philadelphia waar het bestuur dacht gehandicaptenzorg, werk en vastgoed goed te kunnen combineren. Van Leeuwen: “De Raad van Commissarissen had zich na die strategische keuze meteen de vragen moeten stellen: Kan de organisatie dit? Kan het bestuur dit? Is er voldoende kennis over vastgoed? Kunnen onze controllers dit aan? Kunnen we als RvC hier voldoende toezicht op houden? Als de RvC zich dit aan het begin van het beleidsproces zou hebben afgevraagd, waren er zeker andere conclusies getrokken.” Tegen de controllers in de zaal zegt hij: “Velen van u werken in gemeentes. U bent niet in maatschappelijke ondernemingen vertegenwoordigd, maar u leest wel hun stukken. Ga in discussie als het nodig is en zorg ervoor dat de waarheid boven tafel komt!” Van Leeuwen acht de huidige positie van controllers in maatschappelijke ondernemingen zwaar onderbelicht en pleit ervoor dat deze naast de directe samenwerking met de bestuurder ook direct toegang krijgt tot de toezichthouders, zoals een RvC of belanghoudersraad.

TPC 3 2009 blz 27.JPG

Wat doet u morgen anders?
Verder in het ochtendgedeelte hield Dirk-Jan de Bruijn, programmadirecteur interactieve bedrijfsvoering bij Justitie, een warm pleidooi voor een nauwe samenwerkingsrelatie tussen primair proces en bedrijfsvoering. Ook het middagprogramma van het jaarcongres had veel te bieden. Tal van gastsprekers gingen met keuzeprogramma’s in op diverse aspecten van het werk van controller. In het plenaire middaggedeelte liet Robert ’t Hart (directeur adviesbureau risicomanagement) nog indringende scènes uit de film Perfect Storm zien als metafoor voor risicomanagement bij de overheid. Mark van Twist (Erasmus Universiteit Rotterdam, Rekenkamer) sloot de rij sprekers met een boeiende analyse van de mediacultuur die gegroeid is rond publieke verantwoording. Hij pleitte voor innovatieve arrangementen van verantwoording met een symbolische waarde. Aan het slot stelde dagvoorzitter Caren van Egten (VU) de zaal de vraag: “Wat doet u morgen anders door dit congres?” Ze somde diverse mogelijke conclusies uit de verschillende presentaties op. Eén daarvan luidde: “Minstens een uur per week de tijd nemen om gewoon na te denken. Wat had ik moeten weten over de dingen waar ik mee bezig ben?” De zaal knikt instemmend. De geest van Erasmus doet zijn werk…

Sluiten