Leren, persoonlijke effectiviteit en samenwerking
6 juli 2012 om 15:52 0 reacties
Drie thema’s die alle uitnodigen tot lezen. Leren gaat niet vanzelf. Je moet er iets voor doen. Voor ieder mens geldt dat hij dat anders doet. Eric de Haan legt uit hoe dat met collega’s gaat. Hans Stevels werkt uit hoe je kan werken aan je persoonlijke effectiviteit. Arrienne van Staveren laat in haar proefschrift zien hoe leren samenwerken bij veranderen en innoveren in elkaar zit.
Leren met collega’s, praktijkboek intercollegiale toetsing
Eric de Haan, Assen Van Gorcum, 2006, 3e druk, 243 blz., ISBN 9023242653
Het boek bestaat uit vier delen en een aantal praktische bijlagen, waaronder een test om de eigen leerstijl te bepalen. Deel één introduceert de intercollegiale consultatie als professionalisering door gezamenlijke reflectie. Wat is het verschil tussen intercollegiale toetsing en reflectie? Waar gaat het om en wat is goed vragen stellen? De te hanteren methodieken worden kort en toegankelijk beschreven, veertien in getal. Eveneens wordt toegelicht welke methodiek in welke situatie gekozen zou kunnen worden.
Ook wordt ingegaan op de voorwaarden voor succesvolle intercollegiale toetsing. In deel twee wordt de begeleiding uit de doeken gedaan. Daarbij gaat het om de rol van de begeleider, de methodische invulling en het zorgen voor leren aan twee kanten. Het fenomeen van feedback wordt neergezet. Beschreven wordt hoe om te gaan met moeilijke momenten en hoe ontwikkeling gestimuleerd kan worden. Het gaat erom waar de begeleider op kan letten en waar deze voor moet zorgen.
Het derde deel bevat een exposé over ervaringsleren met allerlei modellen en concepten. Het werk van Kolb staat daarin centraal. In het vierde deel wordt de stap gezet van consultatie naar leergroepen. Dan komen modellen als dat van action learning, lerende netwerken en virtuele intercollegiale consultatie aan de orde. Wetenschappelijk heeft het boek beperkte waarde. Voor een praktijkboek zijn de eerste twee delen zeer handzaam. De volgende twee zijn dat veel minder. Het boek is gelardeerd met praktijkvoorbeelden die niet alle even duidelijk zijn. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting. Voor een manager die binnen zijn organisatie intercollegiale consultatie en intervisie wil bevorderen, is het een mooi boek dat zonder al te veel uitweidingen de kern pakt. Het is een praktisch boek dat gebaseerd is op wat elders in vele boeken te vinden is en P&O-adviseurs een naslagwerk biedt.
Persoonlijke effectiviteit, ontwikkel gedrag dat overal van pas komt
Hans Stevels, Den Haag Boom onderwijs, 2007, 3e druk, 208 blz. ISBN 9789047300335
Het boek vormt een uitgebreide beschrijving van RED (Rational Emotive Effectiveness Development), een model dat ontwikkeld is door drs. W.V.M. de Roy en dr. H.J. van Harten, terwijl ook materiaal is gebruikt van het Quintessence Institute. Het boek bevat drie delen een bijlage met een test en één met een overzicht van denksferen. Er zijn twaalf effectieve manieren van denken die de basis vormen voor het model. Zij kennen even zovele ineffectieve varianten.
Gedrag wordt beschreven vanuit de drie elementen, denken, voelen en handelen. Om het denken bespreekbaar te maken worden als het ware vier richtingaanwijzers voor de motivatie geduid: relativerend denken, grondig denken, assertief denken en creatief denken. Ook het handelen wordt in vieren gedeeld: beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming en uitvoering. Binnen een fase uit het handelingsposes wordt een centrale manier van denken, voelen en handelen gedefinieerd. Bij de beeldvorming is dat alert, bij de oordeelsvorming is dat diplomatiek, bij de besluitvorming realistisch en bij de uitvoering stimulerend. Naast deze vier centrale denksferen worden acht afgeleidde denksferen gedefinieerd. Zo ontstaat wat de auteurs de roos noemen.
Deel één bevat de definities en gaat van inzicht naar diagnose. Het is heel toegankelijk. Deel twee beschrijft de ontwikkeling van effectieve denksferen en het voorkomen van ineffectiviteit. Het biedt een concreet hulpmiddel voor zelfontwikkeling. Daarbij worden allerlei praktische lessen en oefeningen aangeboden. Deel drie biedt aanknopingspunten voor de omgang met anderen, uitgesplitst naar effectief en ineffectief gedrag.
Het boek bevat vele do’s en don’ts en voorbeelden die de manager en controller kan gebruiken om zijn eigen effectiviteit te verhogen. In die zin is het echt een praktijkboek en geen theoretische verhandeling.
Zonder wrijving geen glans, leren samenwerken bij veranderen en innoveren
Arrienne van Staveren, Assen Koninklijke van Gorcum bv., 2007, 381 blz., ISBN 9789023243533
Het betreft hier een proefschrift. Dat bepaalt ook wat je er als lezer van mag verwachten. Het leest niet gemakkelijk weg, hoewel dat voor een proefschrift overigens wel meevalt. Er zit een strakke opbouw in. Het boek bevat een aantal boeiende conclusies die je aan het denken kunnen zetten over de voorwaarden voor grensoverschrijdend samenwerken. “Grensoverschrijdend samenwerken in veranderingsprocessen is geen gemakkelijke en vanzelfsprekende zaak. Betrokkenen hebben verschillende beelden over de aard van activiteiten, over de handelingsrichting, over de kennis die nodig is, over wat prioriteit heeft, over de doelen en over de verdeling van taken en rollen.”
Het boek bestaat uit vier delen. Het begint met de verkenning van het vraagstuk, gevolgd door de theorie en methoden en gaat verder met het veldonderzoek om te eindigen met de oogst. Samenwerken is altijd al belangrijk geweest maar in de huidige samenleving is grensoverschrijdend samenwerken steeds meer aan de orde. De schrijfster hanteert een vijftal kernpunten als uitgangspunt voor verder onderzoek.
Het is urgent, er zijn veel conflicten, de achtergronden van betrokkenen zijn veelal bepalend, de problematiek manifesteert zich in drie fasen (aangaan, aard, borging) en de context speelt een cruciale rol. Vervolgens verklaart zij haar keuze voor de focus op onderzoek naar leren en de historie van het onderwerp.
In deel twee komt een mooi palet aan theorie aan bod, resulterend in zeven handelingsprincipes voor een conceptueel kader en een onderzoeksdesign.
Vervolgens worden drie veldstudies beschreven in vier generaties leeromgevingen. De eerste generatie is de klassieke, waar de nadruk ligt op cognitief leren. De tweede is de duale leeromgeving met het pendelen tussen praktijk en leeromgeving. De derde is de gekoppelde leeromgeving met een tijdelijk leer-/ werkcontext. De vierde is de geïntegreerde leeromgeving waar leren en werken samen vallen. Om meerdere redenen is de aanpak boeiend, al was het maar om de vergelijking van de generaties, hun problematiek en de oplossingen die ze bieden.
De oogst is mooi en schetst een beeld van de eisen waar een leeromgeving aan moet voldoen om het leren samenwerken in veranderingsprocessen te bevorderen, maar ook wat de ontwerpprincipes voor een goede leeromgeving zijn. Al met al een mooi boek voor organisatieadviseurs die betrokken zijn bij de opzet van veranderingsprocessen bij samenwerking.
Drs. H.J.M. ter Braak is docent strategie en verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij WagenaarHoes.