Opening Zijlstra Center nieuwe stap
23 juli 2012 om 10:18 0 reacties
In gezelschap van premier Balkenende, bankpresident Wellink en de familie Zijlstra ging op 4 juni jl. het Zijlstra Center for Public Control and Governance aan de Faculteit der Economische Wetenschap en Bedrijfskunde van de VU officieel van start. Met enkele lezingen, een forumgesprek en een videopresentatie. Goos Minderman: “We gaan concepten ontwikkelen die het maatschappelijk middenveld helpen hun maatschappelijke meerwaarde succesvol te realiseren!”
Wat is er, behalve de naam, nieuw aan het Zijlstra Center? Weinig, zo lijkt het op het eerste gezicht. De controlleropleiding aan de VU wordt gewoon voortgezet. De onderwerpen die er behandeld worden, zijn onverminderd relevant en het is dezelfde staf die het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek verzorgt. Toch is de opening van het Center, met een nieuwe naam met bijbehorende huisstijl, een nieuwe stap. Het Zijlstra Center presenteert zich nu nadrukkelijk als onderzoekscentrum op het gebied van maatschappelijke (meer)waarde van organisaties in de publieke sector. Op het feestelijke openingssymposium zijn zo’n driehonderd gasten uit de publieke sector aanwezig om de start van dit nieuwe centrum te markeren.
Naamgeving
Op het podium van de aula staan drie grote fotoportretten van Jelle Zijlstra, het boegbeeld voor het onderzoekscentrum. “Wij zijn de familie Zijlstra dankbaar dat zij ons toestemming hebben gegeven ons Center naar Jelle Zijlstra te noemen,” vertelt Caren van Egten, hoogleraar managementcontrol en informatievoorziening en gastvrouw namens de VU. Ze richt zich daarbij tot de weduwe van Jelle Zijlstra die op het symposium aanwezig is, vergezeld van enkele kinderen en kleinkinderen. “Jelle Zijlstra is na de oorlog zijn carrière begonnen als docent aan deze faculteit. Hij was wetenschapper pur sang. Als latere minister van Economische Zaken, van Financiën en als premier bleef hij een voorkeur houden voor de toepassing van wetenschappelijke concepten in bestuurlijke besluitvorming. Onze doelstelling om met wetenschappelijk onderwijs en onderzoek een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke discussie over bestuur en bedrijfsvoering van publieke organisaties sluit daarbij aan”, aldus Van Egten. Ook inhoudelijk is er een parallel, zo vertelt zij. Zijlstra introduceerde het structurele begrotingsbeleid bij de rijksoverheid. Daarmee werd het begrotingsbeleid gebaseerd op structurele ontwikkeling van de economie over langere termijn. Voor het Zijlstra Center is de vertaling van begrotingsbeleid naar control en governance een belangrijk voorwerp van studie en onderzoek.
Innovatiekracht verliezen
Het Zijlstra Center wil onderzoeken welke maatschappelijke (meer) waarde organisaties in de publieke sectoren creëren. Aan de hand van analyses wil het Center zien welke uitspraken kunnen worden gedaan over de rol van deze organisaties en over de rol van de overheid. Ook vraagstukken rond sturing, bedrijfsvoering en toezicht zullen worden betrokken bij het onderzoeken naar maatschappelijke (meer)waarde. Het resultaat daarvan zal merkbaar zijn in het onderwijs, publicaties, trainingen en in seminars. Op dit moment lopen er al enkele onderzoeken op het gebied van onderwijs (invulling maatschappelijke opdracht) en lokale gemeenten (performance measurement). Het Zijlstra Center hoopt in de breedte van het maatschappelijk middenveld onderzoeksopdrachten te kunnen uitvoeren. In zijn toespraak staat Goos Minderman, hoogleraar Public Governance & Control, stil bij de inhoud van het werk van het Zijlstra Center. Hij ziet om zich heen dat organisaties in het maatschappelijk middenveld méér verantwoordelijkheden op zich nemen dan waar ze oorspronkelijk voor zijn opgericht, maar dat deze nieuwe bevoegdheden niet hebben geleid tot nieuwe verantwoordingslijnen. Als er dan ontsporingen zijn, zoals recentelijk bij een woningcorporatie en een zorginstelling, heeft een staatssecretaris geen bevoegdheden meer om daarin corrigerend op te treden. Decentralisatie heeft immers nog niet geleid tot een nieuwe verantwoordingsmodel. Dat is een ‘spaander’ bij de overdracht van bevoegdheden van het Rijk naar individuele instellingen.
Minderman: “We weten precies wat we willen: een gezond financieel stelsel, een jeugdzorg die kansen creëert, innovatief onderwijs, leefbare wijken, participatie van ouderen en een effectieve overheid. Maar we krijgen het vaak niet goed georganiseerd. We lopen tegen normen en drempels op. Daardoor verliezen we innovatiekracht, want het maatschappelijk middenveld kan juist, in vergelijking met de overheid, slimmer met middelen omgaan, creatiever zijn en slagvaardiger opereren.”
Administratie met passie
Ter illustratie van zijn betoog toont Minderman het speciaal voor deze gelegenheid geproduceerde videoprogramma ‘Oplossend ondernemen’ met daarin drie voorbeelden van maatschappelijk organisatie die gedreven worden door het oplossen van maatschappelijke vraagstukken: een woningcorporatie die een leerwerktraject aanbiedt in de eigen containerfabriek, het Kadaster dat zijn expertise op het gebied van Geo-Informatie inzet voor armoedebestrijding en een jeugdzorginstelling met een Moeder&Kindhuis. De bedrijfsvoering van zulke projecten wordt vaak begrensd door de verkokering bij de overheid op het gebied van financiering. De directeur van de jeugdzorginstelling vertelt in het videoprogramma: “Om dit werk mogelijk te maken, voeren we zeven verschillende administraties met zeven verschillende kengetallen. Dat is heel bijzonder. We hebben dus niet alleen veldwerkers nodig met een passie, maar ook een administratie met een passie!”
Minderman geeft aan dat het Zijlstra Center bij dit soort ondernemingen wil onderzoeken hoe bestuur, bedrijfsvoering en toezicht het beste kunnen worden ingericht. Daaruit worden concepten ontwikkeld om het maatschappelijk middenveld te helpen hun maatschappelijke meerwaarde succesvol te realiseren.
Persoonlijke interesse
De onderwerpen van het Zijlstra Center zijn premier Balkenende uit het hart gegrepen, zo blijkt uit zijn toespraak op het openingssymposium. Tijdens zijn periode als stafmedewerker bij het wetenschappelijk instituut van het CDA heeft hij daarover veel contact gehad met Jelle Zijlstra die toen al Minister van Staat was. In zijn toespraak gaat de minister-president in op het Rijndeltamodel dat hij heeft gelanceerd: een overlegmodel uit allerlei geledingen van de samenleving dat de balans tussen markt en maatschappelijk middenveld kan helpen herstellen. Hij licht drie ijkpunten uit dat model toe: vrijheid/vertrouwen, morele verantwoordelijkheid en transparantie. “De maatschappelijke onderneming biedt garanties en zekerheden. Maar tegelijk biedt zij ruimte voor verbetering van kwaliteit, vernieuwing en ondernemerschap. De Wet op de maatschappelijke onderneming behoeft daarbij geen keurslijf te zijn, maar een kader dat ingevuld wordt door stakeholders zoals u”, aldus de premier. Ten aanzien van het Zijlstra Center meent Balkenende dat de vraagstelling voorziet in een belangrijke behoefte. Hij wenst het Zijlstra Center dan ook succes toe bij zijn activiteiten en zegt toe het Center te blijven volgen uit persoonlijke interesse.
Ook over de naamgeving van het Center is de minister-president enthousiast. Met het oog op de familie Zijlstra haalt hij spontaan persoonlijke, dierbare herinneringen op aan het contact met Jelle Zijlstra.
“Ik heb altijd diepe bewondering voor hem gehad. Hij was een groot econoom, een scherp analyticus en een warm mens. Het was voor mij inspirerend om te zien hoe hij theorie wist te verbinden aan de actuele politieke praktijk. Daarmee ontsteeg hij de waan van de dag”, aldus Balkenende.
De premier bekent overigens blij te zijn dat hij ongestoord op het openingssymposium aanwezig kan zijn. Wegens de Europese verkiezingen die dag loopt hij niet het risico weggeroepen te worden voor een spoeddebat in de Tweede Kamer. Een dag eerder gebeurde dat wel voor een ‘uiterst relevant’ debat. “Maar daar heeft u ongetwijfeld niets van gemerkt”, zo merkt hij met veel gevoel voor humor op.
Match in heaven
Het symposium bevat ook een forumgesprek van Caren van Egten met drie personen uit het maatschappelijk middenveld: Annet Bertram, gemeentesecretaris Den Haag en betrokken bij de aanpak van krachtwijken, Loek Winter, zorgondernemer, en Hans Kamps, voorzitter bij de jeugdzorg. Van Egten bespreekt onder meer hun visie op maatschappelijk ondernemen. Winter: “Voor mij is ondernemen van niets iets maken; het verbeteren van de output.” Bertram: “Ondernemen is ervoor zorgen dat je het te midden van al verschillende partijen die rond zo’n krachtwijk betrokken zijn, voor elkaar kunt krijgen.” Kamps: “Voor mij is ondernemen maximale output voor publiek geld. De gedrevenheid is groot, maar het bewustzijn om efficiënt met middelen om te gaan moet verbeterd.”
Aan het slot van het symposium voert Sjoerd Zijlstra het woord. Hij is zoon van Jelle Zijlstra en hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de VU. Het is voor hem en de familie Zijlstra bijzonder dat dit onderzoekcentrum aan de VU de naam van zijn vader draagt. “Van 1948 tot 1952 was vader hoogleraar aan de piepjonge economische faculteit van de VU. Het waren de gelukkigste jaren van zijn leven, zo kan iedereen tussen de regels door uit zijn memoires opmaken. De naamgeving van het onderzoekcentrum is een soort match in heaven. Vader is weer terug. Daar zijn we allen bijzonder verheugd over”, aldus professor Sjoerd Zijlstra.
Meer informatie:
- Het Zijlstra Center, FEWB VU, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam (020) 598 98 65.
- www.feweb.vu.nl