De economie op Europese, landelijke en regionale schaal
1 augustus 2012 om 15:41 0 reacties
Er zijn de afgelopen tijd weer een mooi aantal boeken verschenen die het inzicht in het functioneren van de economie en de hoofdrolspelers daarin beschrijven. Depuydt beschrijft het drama van Fortis in de Europese bank- en verzekeringswereld. Jaspers e.a. laten ons meekijken in zestig jaar sociaaleconomische ontwikkeling van Nederland vanuit het perspectief van de SER. Smit neemt de lezer van zijn proefschrift mee in de belangrijkste samenhangen tussen agglomeraties en innovatie. Boeken die, om de kennis die zij met de lezers delen, voor economen, beleidsmakers en managers in het publieke domein de moeite waard zijn.
De kloof – hoe de breuk tussen Belgen en Nederlanders Fortis fataal werd
Piet Depuydt, Prometheus NRC boeken, 2010, 360 blz., ISBN 9789044616118
De crises hebben elkaar vanaf 2007 opgevolgd. De bankencrisis kent vele slachtoffers en er zijn mooie boeken over geschreven. Depuydt neemt de lezer mee in de wereld van de grensoverschrijdende samenwerking tussen België en Nederland van de financiële Fortisgroep. Het is een boek over de val van Fortis, maar ook een boek over de handelwijzen in bestuurskamers, over de verschillen tussen Belgen en Nederlanders en over de val van een man, graaf Maurice Lippens. De geschiedenis wordt verteld in elf hoofdstukken, historisch gerangschikt. Van de metamorfose (tussen 1990 en 1995), via de spanning (tussen 1996 en 1997), naar de groei (1998) en de redding (1998-2000), het drama (2000-2002), de machtsgreep (2002- 2004), de ambitie (2004-2007), de prooi (2007), naar het onheil (2007-2008), de ellende (2008) en de ondergang (2008). afgesloten wordt met een epiloog. Depuydt betoogt dat afgezien van noodlottige omstandigheden het debacle had kunnen worden vermeden door beter bestuur. Vanaf 1998 was er een structureel financieringsprobleem, dat met de jaren alleen maar heviger werd. Het verhaal van de krokodil dat het varken wel in zijn bek tussen zijn kaken krijgt, maar niet kan verwerken. maar ook het verhaal van mastodonten die hun inspiratie uit de geschiedenis haalden en daar niet los van kwamen. Het verhaal van toezichthouders die hun grenzen niet over konden en in een vergelijkbare verdeeldheid eindigden. Die hun nationale regeringen daarin net te lang meenamen, zodat die beide serieuze verliezen hebben geleden in de strijd. Bronnen zijn notulen van directie- en boardvergaderingen uit de betreffende jaren, gesprekken met betrokkenen en deskundigen en publieke bronnen, zoals kranten en boeken over die tijd. Het boek laat op een inspirerende manier zien dat het niet alleen om logische intelligentie gaat bij de leiding en besturing van organisaties, maar ook om sociale intelligentie. De beschrijving van allerlei gebeurtenissen en de rollen die betrokkenen daarin hebben gespeeld, tonen de complexiteit van een goede besturing van grote organisaties. maar ook de relatieve eenvoud van de vraagstukken waar het dan uiteindelijk om gaat. Het verhaal over Annemiek Robeek als commissaris, die zich onorthodox liet informeren over de gang van zaken bij Fortis, laat zien dat het toezien op een bedrijf alleen echt werkt als alle betrokkenen hun focus gericht hebben op het belang van de zaak en niet op machtsposities. Hoe geef je inhoud aan vertrouwen, speelt daar onmiskenbaar een belangrijke rol bij. een goed leesbaar boek dat voor managers en controllers in het publieke domein een inspiratiebron kan zijn in het denken over cultuurverschillen tussen organisaties en het belang dat zij daaraan moeten hechten.
SER, Zestig jaar denkwerk voor draagvlak
Teun Jaspers, Bas van Bavel, Jan Peet (red.), Boom, 2010, 296 blz., ISBN 9789461051080
De Sociaal economische Raad bestond zestig jaar in 2010. Ter gelegenheid van dat jubileum is de geschiedenis en het functioneren van dit invloedrijke adviesorgaan aan een indringende beschouwing onderworpen door een groep wetenschappers van de universiteit van Utrecht. De auteurs zijn historici, juristen en economen. na een inleiding worden we in acht hoofdstukken meegenomen in de sociale en economische ontwikkelingen en verhoudingen in Nederland en de rol die de SER daarin speelde.
Hoofdstukken geschiedschrijving worden afgewisseld met interviews met prominente wegbereiders (ex-leden) of gebruikers van de SER-adviezen (w.o. Lubbers en Kok). De eerste zes hoofdstukken van het boek: de SER op de golven van de Nederlandse samenleving, de parlementaire democratie en maatschappelijke organisatie (1), de SER en het economisch structuurbeleid (2), over geleide lonen en arbeidsparticipatie (3), sociale zekerheid en zorg (4), economische groei en duurzaamheid (5), en Nederland en europa (6), bevatten alle vraagstukken die in hun historische context heel toegankelijk worden beschreven. uiteindelijk resulteert dit alles in: zelfbeeld en zelfinzicht (7) en de resultaten van de inspanningen van de SER, haar kansen en bedreigingen (8).
De afgelopen zestig jaar is de maatschappelijke en politieke context aanzienlijk veranderd. De SER heeft al die tijd haar bijdrage, niet zonder discussie, geleverd. Heeft zij grote vernieuwingen voortgebracht of schommelde zij op de golven van de ontwikkelingen mee? na het lezen van het boek blijft dat laatste hangen. Daarmee is niet gezegd dat die bijdrage niet uitermate relevant was en zijn eigen toegevoegde waarde had. De SER leverde een belangrijke bijdrage aan het draagvlak voor de sociaal-economische ontwikkeling van Nederland. Het boek levert een goed inzicht in hoe die bijdrage tot stand kwam en waar zij uit bestond.
Agglomeration and innovation
Martijn J. Smit, Thela Thesis Tinbergen Institute, Research Series no 483, 2010, 185 blz., ISBN 9789036101868
Steden worden vaak gezien als centra van innovatie en productiviteit. maar zijn bedrijven en individuen in stedelijke gebieden werkelijk productiever en inderdaad innovatiever? met deze vraagstelling promoveerde Martijn Smit aan de Vrije universiteit van Amsterdam. In zeven in het Engels geschreven hoofdstukken, drie appendices en een Nederlandse samenvatting neemt Smit ons mee in zijn proefschrift. na een introductie (1) volgen de theoretische achtergrond (2), de agglomeratie-effecten (3) een meta-analyse van de literatuur van regionale loonverschillen (4) in Nederland (micro bewijsmateriaal), de invloed van bedrijfskarakteristieken (5), de invloed van innovativiteit in het verleden (6) en de conclusies (7). In de meta-analyse van 73 eerdere studies wordt de aanpak herleid tot de opzet van de analyses en hun gekozen context. De conclusies op basis van microdata komen tot significant andere resultaten dan die op regionaal niveau. Smit beschrijft vijf agglomeratie-effecten uit de literatuur, nl. urbanisatie-effecten, concentratie, specialisatie, competitie en diversiteit (vgl. Schumpeter: neue Kombinationen).
Methodologisch is het een interessant werkstuk, omdat het laat zien dat de aanpak van onderzoek bijna onvermijdelijk de resultaten en bevindingen beïnvloedt. analyses met microdata tonen aan dat analyses met geaggregeerde data overschatting van effecten kunnen hebben. Smit maakt ook aannemelijk dat het inplannen van agglomeratievoordelen van groot optimisme getuigt. Regionaal beleid schets al te vaak visioenen van een nieuw Silicon Valley in de polder of een centrum van wereldwijde biotechnologie in de Hollandse klei, in de veronderstelling dat zo’n cluster aangejaagd kan worden met enkele goed geplaatste investeringen. De literatuur bevestigt zulke veronderstellingen geenszins en het is goed als economisch geografen, ruimtelijk economen én beleidsmakers zich daarvan rekenschap geven. De netwerkvorming tussen de individuele betrokkenen lijkt minstens van even groot belang. al met al een belangwekkend document, dat overigens alleen goed leesbaar is voor de geoefende lezer met enig wiskundig inzicht. niettemin ook een boek dat regionaal economische beleidsmakers te denken moet geven.
Drs. H.J.M. ter Braak is docent strategie en verandermanagement aan de Vrije universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij WagenaarHoes.