Overheid en burger, hoe verhouden zij zich
8 augustus 2012 om 10:50 0 reacties
In een aantal studies is de verhouding burger - overheid onderzocht. Gabriël van den Brink beschrijft de ontwikkeling van de politie. Imrat Verhoeven en Marcel Ham laten zien dat de burger uiterst serieus moet worden genomen, wil je de verantwoordelijkheid meer bij hem neer leggen. Rachel Beerepoot, Rien Fraanje en Michiel Herweijer laten zien dat herindelingen in Zuid-Holland plaatsvinden zonder echt met de burger in gesprek te zijn.
Empathie & handhaving
Prof. dr. Gabriël van den Brink, Politieacademie Lectoraat gemeenschappelijke Veiligheidskunde, Apeldoorn, 2010, 262 blz., ISBN 9789079149322.
Van den Brink neemt de lezer op een zeer toegankelijke manier mee in de wereld waarin de politie samenwerkt met andere maatschappelijke partners, zoals burgers, bedrijven en professionele instellingen, aan gebiedsgebonden veiligheid. Waar komt de politie vandaan en waar gaat zij naartoe. De cruciale inzichten uit diverse studies zijn in deze publicatie verenigd. Vier domeinen zijn onderscheiden en worden in even zovele delen beschreven. Het boek besluit met een kernachtige slotbeschouwing.
De vier delen hebben betrekking op het bevorderen van vakmanschap van wijkagenten in hun dagelijkse optreden, de professionele kern van het gebiedsgebonden werken. Het tweede domein is dat van de samenwerking met anderen. Het derde gaat over de maatschappelijke omgeving waarin de politie functioneert, de sociaal zwakke buurten. Het vierde deel betreft de maatschappelijke opdracht van de politie. De delen zijn heel verschillend van opzet, soms wel besluitend met aanbevelingen, soms niet. Soms wordt een beschouwing gehouden op metaniveau, soms niet. Dat had beter gekund.
De goede verstaander kan er minstens even zovele goede adviezen aan gemeenten, raden, colleges en management, als aan de politie in lezen. Interessant zijn ook de vele verhandelingen over de verhouding medewerkers (wijkagenten), leidinggevenden en hun organisatie. Duidelijk is dat alleen een goed samenspel resultaat genereert. Boeiend is het inzicht dat resultaatgericht werken nadrukkelijk op gespannen voet kan staan met kwaliteit. Kwaliteit die uiteindelijk bepalend is voor echt resultaat.
Boeiend zijn de vele inzichten die geboden worden in de noodzaak, maar ook de complexiteit van goed bestuur. Bij de politie is dat natuurlijk lastig, waar de politie voor de rechtsorde door de officier van justitie wordt aangestuurd, voor de openbare orde door de burgemeester, voor de bedrijfsvoering door de korpsbeheerder en voor bestuurlijke zaken door het regionaal college. Tegelijkertijd heeft de politie in zijn dagelijks werk voor zijn effectiviteit te maken met de beoordeling op straat door gewone burgers, in zijn maatschappelijke context met professionals en instellingen en altijd uiteindelijk ook het bredere publiek en de media die daar een rol in spelen.
Het Engelse community policing en het Amerikaanse reform policing waarin crime figthing centraal staat wordt besproken. In Nederland neigt men naar het eerste en gaat het bij de politie om empathie en handhaven. Tegelijkertijd wordt de laatste tijd steeds vaker de roep gehoord om hard op te treden. De goede balans bepaald het resultaat en dat heeft consequenties voor alle lagen van de organisatie.
Brave burgers gezocht, de grenzen van de activerende overheid
Imrat Verhoeven en Marcel Ham (red.), Van Gennip, Amsterdam 2010, 296 blz., ISBN 789055158607
Een keur aan auteurs beschrijven in dit zevende TSS jaarboek, na een inleiding in drie delen, vijftien hoofdstukken en een conclusie onder redactie van Imrat en marcel aan de hand van vele voorbeelden wat de grenzen zijn aan burgerparticipatie. een thema dat bij een overheid die zwaar wil leunen op de participatie van burgers er natuurlijk toe doet. Deel één beschrijft onder de titel ‘brave burgers’ hoe in verschillende sociale domeinen burgers actief worden geacht te zijn, maar dat alleen onder bepaalde condities blijken te zijn. Of het nu om participatie in de WMO van kwetsbare burgers gaat, het vrijwilligerswerk van bijstandsgerechtigden, het Nederlanderschap met inzet van taal, inburgering en geschiedenis (canon), de gemeente en de vrijwilligers bij de inzet van informele zorg voor kwetsbaren, het tegengaan van overgewicht, klimaatneutraal nudgen (duw in de rug), veiligheid met jongeren en in de buurt, het blijft worstelen wat werkt. Het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt er ook weinig mee te hebben.
De overheid die zich als poortwachter van het publieke gedrag van burgers opstelt creëert in potentie twee problemen: morele blindheid en instrumentele verdringing. morele blindheid door de verwachtingen die de overheid creëert over wie goede burgers zijn, actief in de achterstandswijk, meedoen in de WMO en ga zo maar door. en instrumentele verdringing doordat de overheid zich noodzakelijkerwijze van instrumenten moet bedienen die tot gevolg hebben dat het eigene van burgerschap verloren gaat. In het slothoofdstuk bieden Evelien Tonkens en Imrat Verhoeven het verlossende concept van de filosoof Albert Hirschman, het concept van ‘exit, voice en loyalty’. je moet eruit kunnen stappen, je stem laten horen om uiteindelijk loyaal te kunnen zijn. Het boek laat zich goed lezen en biedt nuttige inzichten aan overheidsbestuurders en managers die (sturings)concepten moeten ontwikkelen die effectief zijn in de relatie burger - overheid.
Processen en effecten van herindeling
Ir. Rachel Beerepoot, Drs. Rien Fraanje, Dr. Michiel Herweijer, Kluwer, alphen aan de Rijn, 2009, ISBN 9789013070712
De auteurs hebben samen met een aantal andere onderzoekers zeven herindelingen in de provincie Zuid-Holland geëvalueerd. In interviews met direct bestuurlijk en ambtelijk betrokkenen hebben ze de totstandkoming en de effecten van de zeven herindelingen geanalyseerd. In 1900 waren er 1121 gemeenten, terwijl er in 2006 nog maar 458 waren (en inmiddels nog minder). De analyse biedt een genuanceerd spectrum aan resultaten. In dertien hoofdstukken wordt de lezer meegenomen in de resultaten van het onderzoek. eerst wordt teruggekeken naar eerder onderzoek op dit vlak. Vervolgens worden processen, de aanloop, de besluitvorming, de implementatie, de doelbereiking, de effecten, de burgers (in hun relatie tot het bestuur), de raad en het college, de organisatie en bestuurskracht, interne en externe samenhang, proces en effect, alle besproken.
Deze studie is in zoverre uniek dat zij een relatie legt tussen proces (van herindeling) en product (effect van herindeling). Tegelijkertijd kan als kritische noot gelden dat dit voordeel nauwelijks uit de analyses blijkt. Door de hoofdstukken heen zijn intermezzo’s geplaatst die de herindelingsgebieden en processen kort duiden, soms ook wordt anekdotisch verhaald over gebeurtenissen voor, tijdens, of na de herindelingen. Resultaten worden in grafieken en tabellen in de respectieve hoofdstukken getoond.
De tevredenheid is bij processen van onderop niet zomaar beter dan die van bovenaf door de provincie. Besluitvorming wordt in dat laatste geval als tijdiger ervaren. De ervaringen met burgerparticipatie zijn in de processen eigenlijk zonder uitzondering zorgelijk. Ook in hun effect naar de burger stellen de ervaringen niet tot tevredenheid.
De afstand burger - bestuur is overal toegenomen, getuige ook de opkomst bij de verkiezingen. maar in de helft van de gevallen heeft het gemeentebestuur het gat proberen te dichten met investeringen in vormen van binnengemeentelijke decentralisatie. De beoogde effecten zijn verder ook lang niet altijd bereikt (oplossen van ruimtenood, realiseren van ruimtelijke ontwikkeling, vergroten bestuurskracht, reageren op ontwikkelingen elders). anderzijds wordt duidelijk dat het strategisch vermogen en de professionaliteit van de verleende diensten, de klantgerichtheid en de aantrekkelijkheid van de gemeente als samenwerkingspartner duidelijk zijn toegenomen. misschien was er meer uit te halen, maar deze studie is zo de moeite waard omdat zij nuances aanbrengt in het denken over wat er bij herindelingen komt kijken.
Drs. H.J.M. ter Braak is docent strategie en verandermanagement aan de Vrije universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij WagenaarHoes.