slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Passie voor publieke verantwoording

Passie voor publieke verantwoording

29 oktober 2012 om 13:35 door Paul Simons 0 reacties

Onder de titel ‘Passie voor publieke verantwoording’ zet de Algemene Rekenkamer social media in om professionals binnen de publieke verantwoording te verbinden. Zo kan de informatievoorziening over de prestaties van de overheid nieuwe impulsen krijgen. Een gesprek met Ellen van Schoten, secretaris van de Algemene Rekenkamer over LinkedIn, bloggen en Twitter.

LinkedIn groep ‘Passie voor Publieke Verantwoording’
Om bij te dragen aan betere publieke verantwoording is er het netwerk ‘Passie voor Publieke Verantwoording’, voor iedereen die mee wil denken over (innovatie in) publieke verantwoording. De deelnemers krijgen via het netwerk de kans om ideeën uit te wisselen, goede voorbeelden te delen, evenementen te agenderen en van elkaar te leren. Dat gebeurt door middel van discussie op LinkedIn, een website voor en door professionals in de publieke verantwoording en bijeenkomsten.
Het netwerk is een initiatief van de Algemene Rekenkamer voor alle professionals met passie voor publieke verantwoording. Beleidsmedewerkers, bedrijven, decentrale overheden en NGO’s die hun ideeën over verantwoording willen tonen of juist toetsen, zijn van harte uitgenodigd op het forum. Dat kan bijvoorbeeld door goede voorbeelden te delen met of stellingen te poneren bij de LinkedIn-groep, een bijdrage te leveren aan de website via een blog of artikel, of onder de Passie-vlag een bijeenkomst te organiseren.

Ellen van SchotenDe titel ‘Passie voor publieke verantwoording’ is intrigerend. Is het een passie?
“We appelleren aan het feit dat de meeste ambtenaren trots zijn op wat de overheid doet. Hun werk is maatschappelijk relevant en draagt bij aan de verbetering van de leefbaarheid van Nederland. Ze boeken resultaat. Die trots zouden ambtenaren ook best mogen uitdragen. Wat ons betreft is verantwoording geen administratieve last, maar het communiceren van dat resultaat voor de samenleving. Laten zien wat je met elkaar hebt bereikt.”

Zit die passie ook bij de Rekenkamer?
“Absoluut! De driehonderd medewerkers bij de Rekenkamer hebben niet alleen een passie voor de publieke zaak, we gaan ook voor transparantie, dat wil zeggen optimale informatie aan parlement en burger over wat de overheid doet. Bovendien is het onze drive om een bijdrage te leveren aan een lerende overheid, die zichzelf verbetert, slagvaardiger wordt en efficiënter.”

Waarom zijn jullie dit project gestart?
“We zagen een toenemend spanningsveld. Enerzijds de burger die legitieme vragen stelt over wat de overheid met z’n geld doet. Die er recht op heeft om dat te weten. Bijvoorbeeld met een vraag waar de innovatiegelden van EL&I naartoe gaan. Of: ‘Met de bezuinigingen in het onderwijs, kan ons kind dan nog goed onderwijs krijgen?’ Anderzijds willen ambtenaren graag goede informatie geven, maar zeker nu de overheid sterk bezuinigt, komt die verantwoording klem te zitten en wordt die nu sneller als een administratieve last gezien. Zeker wanneer ambtenaren zien dat er met de informatie niet gedaan wordt waarvoor deze gemaakt is. Dat is ontmoedigend. We merken het bijvoorbeeld aan Europa Nu. Onder invloed van de crisis komt er een enorme druk op de begrotingsdiscipline, met meer regels. Maar de aandacht gaat vooral naar de sturing, niet naar de verantwoording. Terwijl die burger, ook via de politiek, wel wil weten wat er met die Nederlandse miljarden voor het noodfonds is gebeurd.”

Wat verwachten jullie ervan?
“Via de website en de discussiegroep op LinkedIn willen we innovatieve ideeën verzamelen voor publieke verantwoording. Hoe wordt de burger bij het werk van overheidsorganen of publieke dienstverleners betrokken? Ongetwijfeld wordt overal ervaring opgedaan met wat werkt en wat niet. En die voorbeelden willen we graag horen en aan elkaar verbinden. Wat ons betreft gaat het niet over systemen, maar over de manier om die betrokkenheid van de burger vorm te geven. Om een voorbeeld te geven: in een aantal gemeenten kunnen burgers, wanneer ze digitaal een melding maken van iets wat niet in orde is in hun woonomgeving, deze ook volgen. Ze worden automatisch via mail op de hoogte gehouden wat de doorlooptijd is, wat er met die melding gebeurt, etc. Dat is transparantie. En ICT helpt daarbij. Zo’n manier van denken en handelen willen we stimuleren. En hoe kun je dat beter doen dan de bronnen op de werkvloer aanboren?”

LinkedIn discussies
“Het strategisch omgaan met overheidsinformatie is in strijd met het publieke belang. De overheid moet transparanter en opener zijn.” Met een recent citaat van Nationaal Ombudsman Alex Brenninkmeijer en een link naar het artikel geeft een forumlid de aftrap voor een van de vele discussies op LinkedIn. Het maakt de tongen los. “Er zijn beperkingen, zoals bij aanbestedingen”, reageert de eerste. Een volgend lid herkent de krampachtigheid in het omgaan met informatie. Een derde pleit voor transparantie in het maken van afwegingen om informatie wel of niet openbaar te maken. Een vierde forumlid plaatst een link naar wetenschappelijk onderzoek dat haaks staat op de stelling. Een levendige discussie is geboren! Andere discussies gaan bijvoorbeeld over blogs, nieuwe publicaties, hergebruik van informatie, verslagen van expert meetings, etc.

Hoe komen jullie op het idee om dit met social media te doen?
“In het buitenland zijn er tal van voorbeelden. Ik werd zelf geïnspireerd door de website ushahidi.com die ons de interactieve mogelijkheden van internet liet zien. Oorspronkelijk was die site opgezet om misstanden in Kenia in kaart te brengen na de bloedige verkiezingen in 2008. Burgers konden zelf via een mobieltje foto’s, filmpjes of verslagen uploaden van wat ze zagen. Dat was cruciaal, omdat er nauwelijks officiële informatie beschikbaar was. Inmiddels is die website uitgegroeid tot een site waar wereldwijd mensen ontwikkelingen of rampen kunnen signaleren, zoals het uitbreken van een griepvirus. Ik geloof in de kracht van crowd sourcing. Kijk naar de rol van Twitter in de Arabische Lente! Ook verrassend vond ik de Amerikaanse website recovery.gov waar je door het intikken van je postcode kunt zien hoeveel belastinggeld instellingen in je omgeving ontvangen en wat ze daarmee doen. Bij het ministerie van eL&I leven er, nadat de algemene rekenkamer onderzoek heeft gedaan naar het innovatiebeleid, ideeën om een website te maken die laat zien hoe de innovatiegelden door ondernemers worden besteed. Daarvoor zouden bedrijven zelf relevante informatie kunnen uploaden om te laten zien welke keuzes ze maken, welke voortgang ze boeken en wat de resultaten zijn. Dan kan het publiek zelf oordelen.”

Hoe kunnen mensen deelnemen aan ‘Passie voor publieke verantwoording’?
“We hebben een website waar smaakmakers uit de publieke verantwoording regelmatig blogs plaatsen. Ik doe daar zelf ook aan mee. Daarnaast is er een LinkedIn-groep die men via de site kan benaderen. Inmiddels zijn er al ruim vierhonderd deelnemers uit verschillende netwerken, zoals overheidsmanagers, accountants, beleidsambtenaren, mensen die in toezicht werkzaam zijn. Die netwerken willen we graag aan elkaar koppelen. We zoeken ook naar een link met de ervaringen van organisaties die samenwerken in het Handvest Publieke Verantwoording. De site leent zich ervoor om het bijvoorbeeld over zorg te hebben, sociale zekerheid of de gemeentelijke overheid. Ook input van het bedrijfsleven is welkom. Het maakt niet uit in welk veld je werkzaam bent. De publieke zaak is de verbindende factor. We stimuleren dat men ideeën lanceert, ervaringen deelt, discussies start. Het is nu bijvoorbeeld de tijd van de jaarverslagen. We zijn benieuwd of mensen zich door elkaars voorbeelden laten inspireren. De LinkedIn-groep zal vast nog doorgroeien en zich verder ontwikkelen, maar inmiddels is het al een levendig gebeuren in actieve groepen.”

Wat kan er nog meer gebeuren met de verantwoordingsinformatie die gegenereerd wordt?
“De data die verzameld en naar buiten gebracht worden, zijn voor organisaties belangrijke sturingsinformatie waarmee ze zichzelf kunt verbeteren. Wie die data permanent verzamelt en real time het hele jaar beschikbaar heeft, kan sneller checken of de uitvoering van het beleid klopt met wat hij in gedachten had en desnoods bijsturen. Ook daarmee is de transparantie gebaat, omdat je dan met tussentijdse rapportages in een vroeg stadium kunt laten zien wat er niet goed gaat in een project. als het legitiem tegenvalt, omdat maatschappelijke problemen nu eenmaal complex zijn op te lossen, is het goed om dat al in een vroeg stadium te signaleren. aan het eind komen bijvoorbeeld kostenoverschrijdingen toch altijd uit. Hoe eerder je laat zien wat er wel of niet goed gaat, des te beter is dit voor het hele proces.”

Is de inzet van social media voor de Rekenkamer een nieuwe profilering?
“In zekere zin wel. We kijken ook met een onderzoeksbril naar de inzet van social media als zodanig en naar de inhoud van wat wordt ingebracht. Social media zijn een nieuwe bron waarmee we voorzichtig ook in ons onderzoek data verzamelen. We willen ervaring opdoen om er handiger in te worden. Het past in onze ambitie om onze eigen methoden te innoveren. Zoals we in de rekenkamerwereld ook voorop lopen met de toepassing van geografische informatie in audit. Social media kunnen ons werk effectiever maken. Ik ben zelf erg enthousiast geworden, inmiddels ook een actieve blogger en twitteraar, en ik ben benieuwd wat de ervaring van collega’s is met toepassing ervan voor onderzoek, audit en beleidsevaluatie. Ik wil het graag horen!”

Paul Simons is journalist. Hij verzorgt regelmatig een bijdrage voor TPC.

Volgen:
www.passievoorpubliekeverantwoording.nl
LinkedIn groep: www.passievoorpubliekeverantwoording.nl/linkedin
Ellen van Schoten op Twitter: @evSchoten meer info?
Wietske Keetman w.keetman@rekenkamer.nl, (06) 11 92 50 34 

Sluiten