slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Dienen en deugen

Dienen en deugen

5 november 2012 om 13:20 door Harry ter Braak 0 reacties

Dienen en deugen is de titel van een proefschrift, maar eveneens de kern van drie boeken die recent zijn verschenen. Weijers komt de eer toe de titel te hebben bedacht en is er over in gesprek met topbestuurders. Strikwerda beschrijft wat er mis is aan de Corporate Governance Code die we in Nederland kennen en adviseert hoe het beter kan. De WRR constateert dat het marktdenken zijn langste tijd gehad heeft en maatschappelijke ordening het perspectief vormt. Alle beschrijven dat ‘sturen’ dienen en deugen vraagt. Dat dit niet zo eenvoudig is, wist u misschien al.

Dienen en deugen - cover.jpgDienen en deugen – Kracht & kwetsbaarheid van topbestuurders
R. Weijers, Mediawerf, Amsterdam, 2011, 243 blz., ISBN 9789490463182.

Een proefschrift dat zich heel prettig laat lezen en bovendien lezenswaardig is. In zes hoofdstukken worden we meegenomen, van inspiratiebronnen en perspectieven naar ontmoetingen met bestuurders. Dat levert een aantal interessante impressies en inzichten op. Maar ook resultaten en conclusies met betrekking tot de bestuursopgave, de bestuursagenda en de kopzorgen van topbestuurders.
Verder komt het hanteren van complexiteit, onzekerheid, irrationaliteit en emoties ruimschoots aan de orde. Het handelingsrepertoire, de kernkwaliteiten van deugdzame en bekwame topbestuurders, wordt helder en scherp uiteengezet.

Weijers gebruikt een sociaalconstructivistisch kader. Mensen creëren met elkaar symbolisch, sociaal en cultureel kapitaal. Zin, zingeving, betekenis en waarde(n) in een voortdurende wisselwerking met anderen. Intern en extern perspectief, cognitief en normatief perspectief, en leiderschap in bestuursposities leveren inzichten op over de complexiteit waarin de opgave van de leider zich bevindt.
Tien boeiende en onderhoudende gesprekken met topbestuurders uit het bedrijfsleven, not-for-profit en de overheid volgen. De weg die gevolgd wordt is in grote lijnen die van hun oorsprong, de bestuursopgave, hun kopzorgen, de venijnige problemen en of complexiteit, hun ongemak en twijfels, hun repertoire en wat het met hen doet. Het moreel kompas is erg belangrijk. De geboden inzichten gaan over het hanteren van complexiteit, paradoxen en dilemma’s. Over sturen en steun zoeken, over morele dilemma’s en het repertoire van de topbestuurders. Hun kerntaken liggen op het vlak van sturen, organiseren en inspireren.
Er blijkt niet één route naar succes. Wel gaat het erom zelf goed te weten wat je wel en niet wilt, zonder obsessief op een persoonlijk doel af te gaan. De verhalen geven eerder blijk van een individuele ontdekkingsreis, waarin gaandeweg betekenisvolle inzichten en ervaringen ontstaan. Inspirerende en soms ook ‘foute’ voorbeelden fungeren als toetssteen en slijpsteen voor het ontdekken van een eigen identiteit, levensfilosofie en spelstijl.

De Nederlandse Corporate Governance Code Itb- coverDe Nederlandse Corporate Governance Code – Ingeleid, toegelicht en becommentarieerd
J. Strikwerda, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2012, 235 blz., ISBN 9789023249313.

Codes zijn in. Blijkbaar is de gedachte dat met dergelijke codes de wereld te verbeteren valt. Strikwerda maakt duidelijk dat er het nodige mis is met de codes die we kennen.
Het begint al met wat de maatschappelijke functie is of zou moeten zijn van de normen die we hanteren in de verhouding tussen aandeelhouders, raad van commissarissen en raad van bestuur van ondernemingen. Na een inleiding op het thema wordt de werkwijze uitgelegd. Om vervolgens principes en best practice-bepalingen per paragraaf van de Nederlandse Corporate Governance Code (NCGC) te bespreken. Strikwerda legt uit dat we in Nederland op kritische momenten te weinig oog hebben voor conceptuele zuiverheid. Daarmee is er de neiging om op voorkomende problemen in een reflex te reageren, zonder reflectie.
Het concept van de Modern Business Enterprice (MBE) ontstond in de negentiende eeuw. De praktijk is dat in tegenstelling tot dat concept de onderneming van nu steeds meer afhankelijk is van niet-gecodificeerde kennis van werknemers (en niet van de vennootschap). Werknemers die veel mobieler zijn geworden. De onderneming heeft zo voor verschillende belanghebbenden een verschillende waarde. Voor de aandeelhouder geldt de aandeelhouderswaarde. Voor de onderneming de going concernwaarde, voor de samenleving geldt de stakeholderswaarde en dan is er nog de waarde voor de macro-economische ontwikkeling en geopolitieke positie van het land.
De Corporate Governance Code is in de ogen van Strikwerda het systeem in een samenleving van bevoegdheden, rechten, plichten en procedures, dat ervoor zorgt dat:
a het bestuur van een onderneming wordt gedisciplineerd om de door de onderneming te creëren waarde over de levensduur van de onderneming te maximaliseren;
b de gecreëerde waarde op een faire wijze wordt verdeeld over al diegenen naar rato welke dezen bijdragen aan het creëren van die waarde;
c de belangen tussen aandeelhouders onderling en aandeelhouders en het vennootschappelijk belang zorgvuldig en fair worden afgewogen;
d bestuurders ter verantwoording worden geroepen door en verantwoording afleggen aan diegenen die daar recht op hebben;
e specifieke beslissingen van het bestuur vooraf kunnen worden gecorrigeerd;
f leden van het bestuur zich houden aan de duty of loyalty en aan de opdracht van goed rentmeesterschap;
g bestuurders worden geselecteerd, benoemd, beoordeeld, beloond, decharge wordt verleend en worden ontslagen, zoals het belang van de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen dat vereist.
Het bestuur van een onderneming wordt niet alleen gedisciplineerd door een systeem van corporate governance.
Dat is een onderdeel van het totaal aan mechanismen die invloed uitoefenen op de beslissingen van bestuurders. Vele paren ogen zien toe. Strikwerda laat ook op een treffende wijze zien dat de NCGC zich geen rekenschap geeft van de interne werking van de onderneming. En bijv. risicomanagement onvoldoende focus heeft op de goede zaken. Zij lijkt meer oog te hebben voor het juridisch en audit perspectief. In de eenentwintigste eeuw moet anders dan in de twintigste eeuw niet de allocatie van middelen centraal staan, maar de resource mobilisation. Strikwerda levert een zeer boeiend en lezenswaardig boek op, dat iedereen die zich bezig wil houden met het besturen en of controleren van een organisatie beslist gelezen moet hebben.

Publieke zaken in de marktsamenleving - cover.jpgPublieke zaken in de marktsamenleving
WRR Rapporten, Amsterdam University Press, 2012, 209 blz., ISBN 9789089643612.

Centraal staat de onderkenning dat we de afgelopen jaren in Nederland een beweging hebben gezien van het geloof in marktwerking naar de noodzaak van maatschappelijke ordening. In zes hoofdstukken wordt de lezer meegenomen in de boeiende materie die de maatschappelijke ordening met zich meebrengt. Het advies laat zich goed lezen, maar levert uiteindelijk niet echt veel nieuws. Begonnen wordt, na de samenvatting, de vraagstelling te beschrijven. Centraal staan de vragen van maatschappelijke ordening. Er is sprake van grote veranderingen in de markt, overheid en samenleving. Er zijn lessen te trekken uit de praktijk van het marktwerkingsbeleid. Er zijn serieuze regieproblemen voor de overheid. Onoverzichtelijkheid, schaalproblemen en dynamiek in een netwerksamenleving vormen de hoofdmoot.
De noodzaak maatschappelijk te ordenen is tot nu toe uitgewerkt in de drie vormen die er zijn; de markt, de overheid en de samenleving. Ideaalbeelden vormden de basis van het denken. Maar zij kent substantiële beperkingen. Ordenen is een werkwoord en moet procesmatig ingevuld worden. Vervolgens worden verantwoordelijkheden en legitimiteit in de rollen van de overheid uitgewerkt en vertaald in de opdracht van de overheid. Het gaat erom langs welke weg helderheid ontstaat over wat als zaak van publiek belang moet worden aangemerkt en als zodanig behartigd. Wie moet hoe en wanneer (met welke rollen) bij dit alles institutioneel worden betrokken?
De overheid komt de ‘overkoepelende verantwoordelijkheid’ toe voor het maatschappelijke ordeningsproces. De overkoepelende verantwoordelijkheid impliceert dat de overheid stappen moet nemen om te bevorderen dat (1) marktpartijen en het georganiseerde particuliere initiatief hun verantwoordelijkheden nemen; (2) de competenties die daarvoor benodigd zijn worden ontwikkeld; en (3) de bestuurlijke arrangementen waarin deze verantwoordelijkheden tot uitdrukking komen aan eisen van legitimiteit voldoen. De overheid kan daarvoor gebruik maken van een breed repertoire aan maatregelen. Acht ontwerpprincipes, ontwikkeld door Ostrom (Governing the commons: The evolution of institutions for collective action, 1990) worden in het advies uitgewerkt.

Drs. H.J.M. ter Braak is docent strategie en verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij WagenaarHoes.

Sluiten