slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Toezicht en governance

Toezicht en governance

5 november 2012 om 16:34 door Harry ter Braak 0 reacties

Toezicht staat in de belangstelling en nodigde auteurs de afgelopen tijd uit er hun licht over te laten schijnen. Blijkbaar is het inzicht doorgebroken dat we hier een opgave hebben liggen. Oud Aedes-voorzitter Willem van Leeuwen geeft samen met Paul Simons aan drie sectoren bijzondere aandacht: die van de woningbouw, het onderwijs en de gezondheidszorg. Philip Sprengen en anderen bekijken vooral de woningbouw. Maarten Hage beschrijft met verwijzing naar de oude wijzen de leerpunten voor de financiële sector. Allen benaderen boeiend de opgave waar organisaties voor staan.

Toezicht en de maatschappelijke onderneming - cover.jpgToezicht en de maatschappelijke onderneming – Balanceren in het krachtenveld
Willem van Leeuwen, Paul Simons, Assen: Van Gorcum, 2012, 256 blz., ISBN 9789023249375.

De titel van dit boek maakt op voorhand duidelijk dat er geen eenduidige strakke lijnen zijn te trekken waar toezichthouders zich aan kunnen spiegelen. Het is balanceren. In elf hoofdstukken worden de lezers meegenomen in de wereld van de maatschappelijke onderneming en zijn toezichthouders. Wat is dat eigenlijk een maatschappelijke onderneming?
Vervolgens wordt, na een beschrijving van drie sectoren, het krachtenveld in kaart gebracht, waarin burgers, overheid en markt hun eigen dynamiek genereren, meervoudig in belangen en met conflicterende waarden. Met hun eigen (door anderen verstrekte) legitimiteit en spanning, met (door de overheid verstrekte) legaliteit. Waarin betrekkingen, rollen en macht ieder hun eigen verhoudingen opleveren en benadering kennen.
De auteurs plaatsen het krachtenveld in een daarop aansluitend theoretisch kader. In een hoofdstuk Inbedding en legitimatie beschrijven zij het belang en de verschillende alternatieven als het erom gaat legitimatie naar stakeholders te organiseren. Terecht wijzen zij de wetgever erop dat deze een kans heeft laten lopen door de wet op de maatschappelijke onderneming in te trekken. Maar die heeft nog de kans het wetgevingsproces weer op te pakken. Brancheorganisaties worden erop gewezen dat zij hier verder hadden moeten kijken dan ze nu gedaan hebben. In kaders voor commissarissen passeren wetten, regels en codes. Een forse hoeveelheid die duidelijk maakt dat de commissaris de aandacht heeft en verstatelijking optreedt. De minister vergroot zijn grip ook buiten het kader van systeemeisen en toezicht op de werking van het systeem. Commissarissen en brancheorganisaties hebben wat laten liggen.
De auteurs spannen vervolgens het paard achter de wagen als zij adviseren een compliancecommissie in het leven te roepen bij de raad van commissarissen, naast een auditcommissie en een remuneratiecommissie. Zo’n commissie, met het doel de regelnaleving binnen de onderneming te verbeteren, zou zo maar de aandacht af kunnen leiden van de noodzaak voortdurend te werken aan legitimiteit en legaliteit. Als de auteurs vervolgens de dynamiek in de raad bespreken, wordt redelijk oppervlakkig ingegaan op, op zich relevante, onderwerpen als selectie, opleiding, inwerken en evaluatie. Het old boys-netwerk heeft afgedaan. In Tools en targets wordt de agenda van de raad besproken met uitstapjes naar de drie specifieke domeinen die zij eerder bespraken. In hun slothoofdstuk geven zij een warm pleidooi voor de toekomst van de maatschappelijke onderneming vanuit de passie die zij het hele boek hebben meegegeven. Voor wie snel en goed leesbaar kennis wil nemen van de complexe rol van raad van commissarissen bij maatschappelijke ondernemingen heeft het boek zeker toegevoegde waarde. Voor het discours over de ontwikkeling van die rol is het boek helaas te oppervlakkig.

Verbinding verbroken - cover.jpgVerbinding verbroken. Actief sturen op de legitimiteit van een maatschappelijke onderneming
Philip Sprenger, Lianne Schoormans, Theo Camps, Berenschot, 2011, 185 blz., ISBN 9789490314002.

De maatschappelijke onderneming zal, behalve financieel gezond, maatschappelijk toegevoegde waarde moeten blijven leveren. Dat stelt voortdurend eisen aan de legitimiteit van de organisatie. Philip Sprenger en zijn collega’s maken op een toegankelijke manier duidelijk wat dat betekent voor met name woningcorporaties. In veertien hoofdstukken wordt de lezer meegenomen in een korte geschiedschrijving van de maatschappelijke onderneming via de bouwstenen van legitimiteit, langs de speelborden en spelers, langs een legitimiteitsmodel naar het sturen op de acht cruciale factoren voor legitimiteit en het kiezen van de juiste strategie. De in het boek gehanteerde bepalende factoren voor legitimiteit zijn gebaseerd op kwalitatief onderzoek. Daarbij blijft de efficiënte bedrijfsvoering een factor van groot belang.
Er wordt ruim baan gegeven aan professionals. Maar er komen ook zeven zonden voor het voetlicht. Om af te sluiten met drie praktijkvoorbeelden, de visitatie als sleutel tot legitimatie, de uitvoeringsallianties in de wijk en de stakeholder als succesfactor.
Het boek is mede gebaseerd op het onderzoek naar een aantal cases. Dat maakt dat het boek behalve een interessant conceptueel perspectief ook een praktisch perspectief biedt. Voordat een stakeholder naar het oordeel van de auteurs bereid is de legitimiteit van een organisatie te boordelen, is basisvertrouwen nodig. Dan pas wordt legitimiteit een factor. Het begrip legitimiteit wordt vervolgens uiteengerafeld. Naast formele legitimiteit (mag het) worden pragmatische legitimiteit (what’s in it for me), cognitieve legitimiteit (is het van zelf sprekend?) en morele legitimiteit (maatschappelijk de juiste keuze) gedefinieerd. Voor de maatschappelijke onderneming wordt een kader geboden dat de moeite van het lezen zeer waard is.

Nieuw perspectief op corporate governanceNieuw perspectief op corporate governance – De Renaissance van de financiële sector
Maarten Hage, Assen: Van Gorcum, 2012, 112 blz., ISBN 9789023249351.

Maarten Hage verzamelt de lessen over corporate governance die we uit de crisis kunnen trekken. Hij verbindt de lessen op een boeiende manier aan de kunstwerken van de schilder Rafaël Santi die ruim 500 jaar geleden zijn gemaakt. Daarmee laat hij zien dat de lessen in de praktijk weerbarstiger zijn dan de theorie doet vermoeden. Plato, Socrates en Aristoteles kunnen ons blijven inspireren.
Natuurlijk gingen al vele auteurs Maarten Hage voor als hij met deze invalshoek het besturen van organisaties beschrijft. Maar het blijft interessant. Hij gebruikt de benadering van Post, Preston en Sachs voor de definitie van stakeholders, zoals bekend een brede definitie. De onderneming kent stakeholders op het niveau van de onderneming zelf, op het vlak van de bronnen die het gebruikt, de industriële structuur waarin het functioneert en de sociaal politieke arena daaromheen. Boeiend is de analyse van de Europese organisatie van coöperatiebanken, dat juist deze banken slechts voor 2,7% verantwoordelijk zijn voor de verliezen die geleden zijn, veel minder dus dan de commerciële banken. Verklaring is dat zij een sterkere langetermijnfocus hebben en minder geneigd zijn grote risico’s te nemen. In hun bedrijfsmodel is evenwicht gevonden tussen de zin van het leven voor de onderneming, de doelstellingen en de governance. Het belang van evenwicht dat Rafaël in zijn fresco benadrukt. De governance begint bij de bestaansvraag. Om de kaders voor de strategie helder te krijgen moeten bij de beantwoording van de wezensvragen de verwachtingen van stakeholders vervolgens wel helder zijn. Er moet, in termen van Thomas van Aquino, een samenhangende coherente ordening bestaan die de belangen van stakeholders, de strategie van de onderneming en de risicobereidheid om die strategie te realiseren op één lijn brengt.
Inzichten uit de school van Athene brengen dat de randvoorwaarden voor het debat goed moeten zijn. Zij worden uiteengezet en moeten ertoe leiden dat tijdig het goede debat wordt gevoerd. Om het governancegesprek te voeren hebben financiële instellingen een zogenaamd Three lines of defense-model ontwikkeld. De eerste lijn is die van het verantwoordelijke management, de tweede die van de staffuncties en de derde die van de onafhankelijke toetsing. Even wordt de stap gemaakt naar de huidige tijd door te verwijzen naar de uitspraak van John Lennon: “Life is what happens while you are busy making other plans.” Risicomanagement gaat in essentie over het nadenken hoe het leven zich verder ontwikkelt, los van de plannen die je zelf maakt. Rafaël schilderde een diversiteit van mensen met een geheel andere achtergrond en specialisme, essentieel voor een goed gesprek. Hij vervolgt met de inzichten uit de kardinale deugden, om door te gaan naar de inzichten uit Parnassus. Het boek besluit met een appendix, waarin de vertaling van de vier inzichten uit het boek naar beleidslessen wordt geleverd. Relevant voor iedereen die zich bezighoudt met de governance van organisaties.

Drs. H.J.M. ter Braak is docent strategie en verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij WagenaarHoes.

Sluiten