slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

'Tien jaar lang pushen, maar waar is de ambitie van de controller?'

'Tien jaar lang pushen, maar waar is de ambitie van de controller?'

19 december 2012 om 13:04 door Henk Klaassen, Ed Jansen, Paul Simons 0 reacties

Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van TPC in 2013 zocht de huidige redactie de hoofdredacteur van het eerste uur op: Goos Minderman (2003-2006). Om te horen hoe hij aankijkt tegen het blad toen en nu en welke vakinhoudelijke ontwikkelingen TPC zichtbaar maakt. Minderman: “TPC opent de luiken naar andere gebieden en verbindt deelgebieden met elkaar. Daardoor ontstaat er meer overzicht en inzicht.”

Al bij de poortjes van uitgeverij Sdu, het hoofdkwartier van TPC, is de sfeer hartelijk. Als Henk Klaassen en Goos Minderman elkaar de hand schudden is duidelijk dat zij niet alleen het hoofdredacteurschap gemeen hebben, maar ook vakgenoten zijn in het opleiden van controllers. Klaassen in Rotterdam en Minderman in Amsterdam. En, hoe stereotiep, dat samenkomen van 010 en 020 geeft het interview af en toe een gezellig plagerige lading. In de lift worden de jaren geteld. Henk Klaassen: “Jij verzorgde TPC de eerste drie jaar, ik de laatste drie. Tot nu toe hebben we dus samen het merendeel van TPC verzorgd. Daartussen waren Rick Anderson en Carla Overkamp nog hoofdredacteur.” In de lift komen ook de anekdotes naar boven. Minderman herinnert zich nog goed dat een nummer van TPC naar de drukker zou gaan, maar een groot artikel op het laatst uitviel. “Ineens was er een gat van vier pagina’s. Wat doe je dan als hoofdredacteur? Je vult het zelf op. In die nacht heb ik spontaan het later redelijk succesvolle artikel Vuistregels voor het toezicht geschreven”, zo vertelt hij lachend. Ook Klaassen is vanaf het eerste uur bij het blad betrokken. Ze memoreren dat het blad er niet geweest zou zijn zonder Jan Breed van Sdu. Hij ging de universitaire wereld langs om te pleiten voor een nieuw tijdschrift over public controlling, samen met Albert Kraak en Ronald van Oosteroom die in die tijd ook de beroepsvereniging EICPC hebben gestart. Er bleek ruimte voor zo’n tijdschrift en de Sdu committeerde zich eraan. Die uitgeverij paste prima in het profiel van het nieuwe tijdschrift: op het grensvlak van wetenschap en praktijk. Vanuit de universitaire wereld werd de redactie aangetrokken. Minderman: “We hebben in het eerste jaar intensief gezocht naar de balans tussen wetenschap en praktijk. Sdu bood vanuit hun kennis van de markt goed tegenwicht tegen een al te wetenschappelijk karakter van het blad.”

Prestatie
Klaassen nodigt Minderman uit om terug te blikken hoe het blad zich in die tien jaar heeft ontwikkeld. Klaassen: “Je schreef in het eerste nummer de onsterfelijke woorden: ‘TPC wordt een succes vanwege drie punten: een heldere doelstelling, geen kletspraat en geen gebakken lucht’.” Minderman knikt en herkent het nog steeds: “In het eerste jaar hebben we naar vorm en richting gezocht om het evenwicht te vinden tussen wat de praktijk van het controlvak nodig heeft en wat wij als onderzoekers graag willen publiceren. Daar is het blad in geslaagd. Er is focus om beide kanten goed te bedienen. Dat is op zich al een prestatie. Omdat het geen puur wetenschappelijk blad is, vinden ook mensen van buiten onze discipline het leuk om erin te publiceren. Er wordt goed gereflecteerd en het heeft praktische relevantie zonder te vervallen in how-to-lijstjes.” Wel vindt hij het blad inhoudelijk erg breed. Daardoor bestaat het risico lezers informatie voor te schotelen die ze niet uit zichzelf zoeken. “Dat heeft natuurlijk te maken met de dynamiek en het brede palet van controlfuncties die zelf ook in focus variëren: én accounting én informatievoorziening én control. Met raakvlakken op het gebied van managementtheorie en governance. Bovendien worden de functies binnen de verschillende sectoren ook anders ingevuld en hebben we met het denken over de maatschappelijke onderneming een enorme omslag gemaakt. Dus TPC heeft een brede en lastige opgave”, aldus de oud-hoofdredacteur.

Wedergeboorte
In 2009 is de stijl van TPC grondig herzien. De vormgeving kreeg een moderne stijl. De omslag ging variëren en de redactionele formule werd aantrekkelijker met verschillende rubrieken en persoonlijke columns. Minderman: “Ik zag dat als een geweldige wedergeboorte. Het moet veel mensen hebben aangesproken. Leg het eerste nummer naast het laatste en je ziet dat het blad zich enorm heeft ontwikkeld. Het is compleet en ik lees het met heel veel plezier.” Binnenkort is TPC ook digitaal en wordt het mogelijk om alle jaargangen digitaal te doorzoeken. Bijzonder handig als naslagwerk. Maar de heren erkennen dat ze voor het lezen absoluut de voorkeur geven aan de papieren versie. Minderman: “Dat doe ik nog steeds ouderwets aan de keukentafel.” Ook geven ze het tijdschrift zo gemakkelijk aan studenten voor onderwijsdoeleinden. Of het inhoudelijk nog beter kan? Minderman stelt voor: “We zouden vaker een stapje naar het buitenland kunnen maken, want het vak van controller is vergeleken met tien jaar geleden veel internationaler georiënteerd. Ook wetenschappelijk. Door mensen uit het buitenland uit te nodigen te schrijven richten we de blik meer naar buiten. Controllers zijn van huis uit gericht op interne beheersing, geen mensen die de blik naar buiten richten. Maar TPC opent de luiken naar andere gebieden en verbindt deelgebieden met elkaar. Daardoor ontstaat er meer overzicht en inzicht.”

In brand
Informatie die buiten organisaties leeft, is voor controllers van belang zijn om hun functie goed te vervullen: zij linken de interne processen en doelstellingen aan de maatschappelijke context en problemen. Vergeleken met het stadium waarin het vak zich in andere delen van de wereld bevindt is Nederland erg ver. Toch kan versteviging van de positie van controller hier beter. Moet zelfs beter. “Het maatschappelijk middenveld staat in brand. Er is een breed maatschappelijk wantrouwen tegenover allerlei maatschappelijke ondernemingen. Dat heeft deels te maken met het gevoerde beleid, met politiek, maar ook met gebrekkige bedrijfsvoering en integriteitskwesties die aan de orde van de dag zijn. Als je die analyseert, blijkt de afwezigheid van de controlfunctie cruciaal. Of er ontbrak kennis op relevante aspecten van het vak. Niet dat we nu ineens alle controllers bij woningcorporaties moeten opleiden over derivaten, maar per saldo hebben we nog een grote slag te maken op het middenveld. En dan maak ik me de grootste zorgen over middelgrote instellingen die niet direct door collega’s gecorrigeerd worden, waarbij de maatschappelijke focus niet erg helder is, de legitimatievraag nauwelijks aan de orde komt en waar de controller in een financieel-administratief keurslijf zit. Ik zie tegengestelde ontwikkelingen. In de zorg overheerste een bedrijfsmatige bedrijfsvoering met dito controlfunctie waar nu de maatschappelijke kant meer gezocht wordt, terwijl bij de woningcorporaties controllers weer terug lijken te worden gedrongen in de financiële hoek. Het leuke, maar dus ook het moeilijke van TPC is dat het iedereen daarbij wil ondersteunen”, zo analyseert de docent van het Zijlstra Center aan de VU.

Het geweten
Een eenduidige lijn in de ontwikkeling van het controllervak in het maatschappelijk middenveld lijkt er dus niet te zijn. Toch ziet Minderman de controller groeien: “Nu zie je toch dat organisaties die tien jaar geleden geen controlfunctie hadden deze nu wel hebben, soms zelfs los van de financiële bedrijfsvoering. Wat dat betreft is de controller geëmancipeerd, ook in de breedte trouwens. De controller vervult nu een gewetensrol richting een raad van commissarissen of raad van toezicht. Met bijbehorende kwaliteitsvraagstukken en mogelijkheden van horizontale verantwoording.” Daarmee worden de oriëntatie en het instrumentarium van de controller verbreed. Een ontwikkeling om met twee handen aan te grijpen, zo vindt hij: “Het doet me goed regelmatig governanceconstructies te zien die een samenspel zijn van bestuur, intern toezicht én de controller. Het maatschappelijk middenveld heeft stakeholdermanagement nodig voor de legitimering en goed intern toezicht als checks and balances ter vervanging van de zorg van de overheid. In die context moet de controller zijn werk doen.” Aan de andere kant van het spectrum zijn er controllers die aan de hand van interne bedrijfsgegevens intern aan de slag gaan en in hun ‘cocon’ blijven zitten. Maar daar zit nog een type controller tussen. Minderman: “De controller is een bijzonder mens vanwege drie sterke eigenschappen. Ten eerste kunnen controllers cyclisch denken en dan ook nog voorbereiding, uitvoering en verantwoording van processen tegelijkertijd beheersen. Dat is niet iedereen gegeven. Daarnaast zijn ze goed in het toetsen van de kwaliteit en integriteit van de informatievoorziening. Komt de juiste informatie op tijd? Hebben we de juiste informatiesystemen om te weten of het goed of slecht gaat met de organisatie. Ten derde hoort bij hen, ook al is het wisselend belegd, het value-for-moneyaspect, de koppeling van middelen aan maatschappelijke doelen. Dat zou ik zelf meer willen stimuleren, maar TPC loopt daar goed op vooruit. Al met al zie je de controller steeds meer aan de voorkant van processen en governance opereren. Prima!”

Toekomstbestendig
De ondertitel van TPC bergt drie functies van de controller in zich: governance, public control en audit. Ed Jansen en Henk Klaassen zijn benieuwd of die titel toekomstbestendig is en of het zin heeft op die driehoek door te blijven graven. “Absoluut!”, zo reageert Minderman gedreven. “Bij de overheid minder, maar bij het maatschappelijk middenveld speelt die onderlinge dynamiek zeker. Daar zit de toekomst van het vak en dus ook van TPC!” De onderlinge samenhang van de drie functies komt goed tot z’n recht met casuïstiek. Aan casuïstiek zou het blad meer aandacht kunnen besteden. Nederland is immers slecht in lessons learned. Weliswaar worden er veel onderzoeken gedaan bij feilen van bestuur en/of toezicht, maar die observaties met algemene waarheden van mensen aan de zijlijn staan in de beleving van Minderman teveel op afstand van de organisaties. “Wat kunnen we bijvoorbeeld over die driehoek leren bij Amarantis? Op alle punten van de driehoek zijn er tekortkomingen geweest en is er ook veel goed gegaan. Maar de onderlinge dynamiek komt zo weinig naar voren. Daar doen wij als wetenschappers zelf ook aan mee, omdat we verkokerd denken vanuit onze mini-focus. Op dat punt valt er nog veel te leren, ook in de opleiding.”

Ambities
Op de laatste vraag van de redactie moet Minderman erg lachen: Wat wordt het volgende artikel van jouw hand? En wanneer heb je het af? Het rake weerwoord is er ook: “Waarom heeft het zolang geduurd voor de redactie me weer eens vraagt?” Henk Klaassen beoogt echter meer dan een concrete afspraak te maken over een artikel. Wat heeft nog aandacht nodig? Wat komt nog te weinig uit de verf? Minderman heeft even tijd nodig om na te denken, maar komt dan met een concreet punt: “We hebben met TPC enorm zitten pushen om vanuit modellen en theorieën de functie van controller door het sleutelgat bij organisaties naar binnen te wringen. Maar hoe zit het eigenlijk met de eigen ambities van controllers? Als bestuurders onderling hun ambities delen zijn ze in no time halverwege de maan met hun strategische doelen. Ze weten precies waar ze over een aantal jaar met hun organisatie willen staan. Controllers voeren die discussies over hun ambities niet. Deden ze het maar! Ze kijken nog teveel op tegen hun baas, denk ik. Maar ik zou hen willen prikkelen, desnoods op de kast jagen, om hen het maatschappelijke ambitieniveau van het werk inzichtelijk te laten maken. Bevlogen controllers hebben we in het middenveld hard nodig, evenals bevlogen bestuurders trouwens.”

Heeft Minderman nog andere verjaardagswensen voor het blad? Inderdaad. Meer controllers aan het schrijven krijgen. Meer onderzoek vanuit het platform. En natuurlijk een mooie toekomst met nog meer abonnees!

Interview
Drs. Ed H. Jansen MCM RA is senior organisatieadviseur bij Ordina Public Management Consulting. Tevens is hij verbonden aan de Erasmus School of Accounting en Assurance van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
H.L. Klaassen is als universitair hoofddocent verbonden aan de opleiding Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Tekst
Paul Simons is journalist. Hij verzorgt regelmatig een bijdrage voor TPC.

Sluiten