NPM Seminar 2005
9 januari 2013 om 13:45 0 reacties
Op woensdag 14 september 2005 werd aan de Vrije Universiteit Amsterdam het vijfde New Public Management Seminar gehouden.2 Het thema was dit jaar de toekomst van de hervormingen in de publieke sector. Aan de hand van een vijftallezingen werd – onder leiding
Op woensdag 14 september 2005 werd aan de Vrije Universiteit Amsterdam het vijfde New Public Management Seminar gehouden.2 Het thema was dit jaar de toekomst van de hervormingen in de publieke sector. Aan de hand van een vijftallezingen werd – onder leiding van dagvoorzitter prof. dr. Tom Groot (VU) – ingegaan op ontwikkelingen in binnen- en buitenland. Sprekers waren prof. dr. Per Laegreid (Universiteit Bergen, Noorwegen), prof. dr. Hans Bossert (Universiteit Nyenrode), prof. dr. Johan Christiaens (Universiteit Gent, België), prof. dr. Henk ter Bogt (Rijksuniversiteit Groningen) en prof. dr. Irvine Lapsley (University of Edinburgh, Schotland).
Tijdens de bijeenkomst komen drie beelden in het bijzonder naar voren. Het eerste beeld is dat men niet te hooggespannen verwachtingen moet hebben van de hervormingen. Het daadwerkelijke effect van diverse hervormingen is in de praktijk beperkter dan wat vooraf wordt geambieerd.
Het tweede beeld is dat er geen weg terug is voor de publieke sector. De inleiders schetsen de nodige problemen met de hervormingen, zoals bij invoering van het baten-lastenstelsel. In de praktijk dienen zowel politici als ambtenaren bijgeschoold te worden om goed te kunnen werken met dit nieuwe stelsel. De suggestie is niet dat vanwege deze problemen hervormingen teruggedraaid moeten worden: ondanks alle problemen wordt verwacht dat de hervormingen uiteindelijk verbeteringen zullen brengen. De oplossing wordt veel meer gezien in het creëren van de juiste randvoorwaarden (zoals voldoende scholing), het aanpassen van maatregelen aan de context en het kritisch beschouwen of elke hervorming wel in alle situaties toegepast kan worden. Zo kan men ervoor kiezen het baten-lastenstelsel alleen in die delen van de publieke sector in te voeren waar meer bedrijfsmatige activiteiten worden ontplooid.
Een derde beeld is dat er niet kan worden gesproken van uniforme hervormingstendensen. Er wordt steeds – en dat moet ook – een maatwerkoplossing gevonden voor iedere organisatie. Men kan niet zonder meer stellen dat op dit moment optredende ontwikkelingen voor de gehele publieke sector dezelfde uitwerking zullen krijgen – zie het genoemde voorbeeld van de invoering van het baten-lastenstelsel. Het lijkt veeleer zo te zijn dat verschillende hervormingsideeën verder ontwikkeld zullen worden en dat we te maken krijgen met verschillende structuren en overheidslagen.
Botsingen
Professor Lapsley houdt zijn gehoor voor dat bepaalde ontwikkelingen onderling zullen botsen. Zo wordt enerzijds ondernemerschap voorgestaan, waarbij managers relatief veel vrijheden hebben en organisaties worden blootgesteld aan risico’s, terwijl er anderzijds in toenemende mate sprake is van een audit society, waarin managers juist meer en meer onder toezicht worden geplaatst. Een andere ontwikkeling die nadelige gevolgen kan hebben is dat meer gebruik wordt gemaakt van financiële prikkels en beloningen. Dit zou volgens Lapsley wel eens disfunctionele consequenties kunnen hebben omdat het beloningssysteem van veel organisaties in de publieke sector gericht is op zaken als professionele waarden, betrokkenheid en ideologie.
Uitdaging
Zoals hiervoor besproken, zien publieke managers zich geconfronteerd met diverse hervormingsimpulsen, die echter onderling kunnen botsen en bovendien afgewogen en vertaald moeten worden voor de eigen organisatie. Dit is geen eenvoudige opgave. Daarnaast wordt een steeds sterkere druk op publieke managers gelegd om goede prestaties te leveren en hierover verantwoording af te leggen. Volgens professor Lapsley kunnen publieke managers wel een steuntje in de rug gebruiken om aan al deze ontwikkelingen een goede uitwerking te geven. Hij legt het publiek daarom de stelling voor dat publieke managers ‘zorg, aandacht en liefde’ nodig hebben. Het zal geen verbazing wekken dat deze stelling door de meerderheid van de deel-nemers wordt onderschreven.
Drs. G.Tj. Budding is universitair docent aan de afdeling Accounting van de faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam, waar hij tevens programmamanager is van de postdoctorale opleiding tot controller in de publieke en non-profit sector.
Noten
* Dit is een verkorte versie van een artikel in Management Control & Accounting van december 2005.
2 Het seminar werd georganiseerd door de postdoctorale opleiding tot controller in de publieke en non-profit sector van de VU in samenwerking met het Amsterdam Research Center in Accounting.