Publicaties
22 februari 2013 om 15:42 0 reacties
Controllers in het publieke domein die hun kennis op peil willen houden, kunnen kiezen uit talloze boeken en tijdschriften. In deze rubriek van TPC worden telkens twee of drie uitgaven
Controllers in het publieke domein die hun kennis op peil willen houden, kunnen kiezen uit talloze boeken en tijdschriften. In deze rubriek van TPC worden telkens twee of drie uitgaven gesignaleerd die hen kunnen inspireren.
Handboek Integriteit, ervaringen uit de praktijk en achtergronden
Heleen de Koningh, Fergal van de Wouw, Van Gorcum, Assen, 2006, ISBN 9023241738, 319 blz.
Een handboek dat gebaseerd is op de praktijkervaringen van het bureau integriteit van de gemeente Amsterdam en de onderneming Governance & Integrity. Een boek met vele tips hoe het integriteitbeleid in een overheidsorganisatie vorm te geven en uit te voeren. Integriteit vormt een thema dat iedere zich zelf respecterende overheid voortdurend en systematisch aandacht geeft. Bestuurders en ambtenaren worden kritisch gevolgd door burgers. Dat vraagt dat overheidsorganisaties allereerst kritisch zijn naar zich zelf. De gemeenten Almere en Amsterdam en de provincie Noord-Holland hebben de afgelopen periode te leiden gehad van publieke aandacht wegens de vermeende schending van integriteitregels door bestuurders. Vele gemeenten hebben te maken gehad met ambtenaren die ter discussie stonden wegens vermeende vergrijpen.
Nederland stond in 2005 op de elfde plaats van 140 landen. Zolang we niet op de eerste plaats staan is er werk te doen. Voor controllers en beleidsmedewerkers integriteit is het goed dat er een boek is dat hun werk kan verlichten. Het boek bestaat uit een vijftal delen, zoals de basis dienstverlening (van een bureau integriteit), de thema’s uit de praktijk, de verdieping, ervaringen in gesprekken met gesprekspartners uit diverse praktijken en een groot aantal bijlagen met protocollen en handreikingen voor probleemsituaties. Een handboek waar beleidsmedewerkers en controllers goed mee uit de voeten kunnen.
In een integere organisatie zijn zeven structuurelementen aan het werk. Daarbij gaat het om een drietal morele leerproceselementen en een drietal handhavingselementen, waarbij de verbinding, als scharnierpunt, tussen beide gevormd worden door de regels. De morele elementen hebben betrekking op het zelfstandige morele oordeel van de individuele ambtenaar, het morele leeroverleg met collega’s en leidinggevende en het moreel manifest. De handhavingpraktijk heeft betrekking op de risicoanalyse en -beheersing, de controle, het onderzoek en de sancties. Het boek biedt naast de theoretische perspectieven op verschillende vraagstukken vooral ook veel praktische tips en ervaringen uit met name de Amsterdamse praktijk. Een organisatie wordt meer integer als het gesprek op de werkvloer over de belangrijkste integriteitrisico’s gaat.
Medewerkers ervaren in het onderlinge gesprek wat norm(aal) is en wat niet. Naïviteit kan er mee beperkt worden. Het stappen op de bekende glijbaan, waar je af kunt glijden van acceptabel gedrag naar onacceptabel gedrag, kan zodoende bestreden worden.
De bijlagen vormen ook een belangrijk en waardevol onderdeel van het boek. Gedragslijnen voor informatieverschaffing integriteitschendingen, een protocol voor onderzoek, een protocol voor risicoanalyses, en een protocol voor trainingen in morele oordeelsvorming. Ook een handreiking straftoepassing bij integriteitschendingen, een handleiding screening personeel en een stroomschema afweging nevenwerkzaamheden ontbreekt niet. Het boek is prettig geschreven en verhaalt de praktijk weinig verhullend en toch zorgvuldig; op een manier waarop je zelfverzekerd en enthousiast aan de slag kunt.
Het speelveld van de CIO, omgaan met dilemma’s
Pieter Hofman, Edwin Tuin, Tuthein Nolthenius, ’s Hertogenbosch, 2006, ISBN 9072194772, 145 blz.
De CIO, Chief Information Officer, de chef informatievoorziening doet steeds meer zijn intrede. Steeds vaker komt de titel voor waar we enkele jaren geleden voor het eerst de CFO (Chief Financial Officer, de financieel directeur, direct geplaatst onder de eind verantwoordelijke) tegenkwamen. Dat maakt nieuwsgierig naar een boek dat het speelveld van de CIO wil beschrijven. Helaas wordt de lezer teleurgesteld, want het boek had beter in de titel over CITO kunnen spreken, hoewel dat in Nederland verwijst naar een hiermee niet te verwarren toets. Het gaat voornamelijk over informatietechnologie en is ook nogal geschreven voor de zakelijke markt. Op zich is daar overigens niets mis mee. Het gaat immers ook over een tak van activiteiten die veel aandacht vraagt. Het boek beschrijft het werkveld van managers die zich de binnen de (grote) organisatie de belangrijkste vragen op het vlak van automatisering moeten stellen. Ook hier is sprake van een boek dat theorie en praktijk verbindt. Maar niet op de inspirerende wijze van het boek over integriteit. Wel worden de beschreven kaders getoetst op de ervaring van mensen uit de dagelijkse praktijk. In het beschreven speelveld lijkt de Engelse taal niet te vermijden. De auteurs hebben geen moeite gedaan de Nederlandse vertaling te vinden van de vele begrippen die ze hanteren. Het boek begint bij de beschrijving naar de groei van een succesvol shared service centrum. De fasen die gedefinieerd worden zijn herkenbaar en bieden een goed zicht op de fasen die vele organisaties doormaken. Vervolgens wordt ingegaan op de besturing van applicatiecomplexiteit naar zaak (business?) georiënteerde architectuur. IT-compliance wordt als hefboom van verbetering neer gezet. Gestructureerde innovatie wordt vervolgens beschreven, om ten slotte te eindigen bij het managen van de vraag (Demand Management?). Een aantal praktische schema’s, tabellen en overzichten zijn heel sprekend en handig. Al met al is het een boek dat inzichten biedt voor mensen die denken dat verbeteren van samenwerking gaat over techniek. Voor de mensen die denken dat er veel meer bij komt kijken is het een boek van beperkte waarde.
The first 90 days in government, critical success strategies for public managers at all levels
Peter H. Daly, Michael Watkins, Harvard Business School Publishing, 2006, 256 blz.
Praktijktheorie is voor wetenschappers vaak bedenkelijk, voor practici vaak handig. Voor dit boek geldt dat de jonge manager bij de overheid er zijn voordeel mee kan doen. Het is wel een typisch Amerikaans boek. Dat wil zeggen een boek dat aan de hand van opdrachtenlijstjes aan geeft wat er moet gebeuren. Het gaat zelfs zover dat er een toets in staat over de vraag of je familie mee kan komen met wat je te wachten staat als manager. Overheidsmanagers staan momenteel voor grote veranderingstrajecten, transities zoals het boek beschrijft. Niettemin een leuk en redelijk leesbaar boek. Op tempo komen daar gaat het voortdurend om.
Dat begint voor de jonge manager met het managen van verwachtingen, om vervolgens te kiezen voor een strategie die past bij de geconstateerde situatie. Daarna accelereer je eigen leerproces. Een advies dat net als alle andere wordt onderbouwd met allerlei praktische tips. Vervolgens moet je je verzekeren van vroege winst. Succes is immers altijd voorwaarde voor echt en uiteindelijk succes. Bouw een goed team om je heen. Dat is altijd nodig. Al was het maar omdat werken bij de overheid complex is door de veelheid aan ambigue doelstellingen. Een goed team en stevige allianties met partijen in de omgeving die vanuit hun eigen belangen invloed uitoefenen op de realisatie van je doelstellingen als manager. Realiseer alignement tussen alle betrokkenen, de gekozen strategie, de structuren, werkwijzen etc.
Voorkom ook voorspelbare verrassingen. Iets wat voortdurende alertheid vraagt en analyse van wat er te verwachten is en te gebeuren staat. Niet in de laatste plaats: manage jezelf. Dat betekent dat je duidelijk en niet diffuus moet zijn in wat je nastreeft, heldere grenzen moet trekken in wat je toelaat. Niet angstig worden en op de controletoer gaan, of jezelf isoleren als het lastig wordt. Draag er zorg voor dat je beoordelingsvermogen niet vertroebelt, of dat je je oordeel en belangrijke beslissingen niet uitstelt waardoor het alleen maar erger wordt. Voorkom tot slot een te grote hoeveelheid aan werk. Zo bevat het boek een mooi zelf-assessement voor stress.
Drs. H.J.M. ter Braak is wetenschappelijk hoofddocent strategievorming en verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij WagenaarHoes.