Let's create tomorrow's innovation today!
19 april 2014 om 13:36 0 reacties
Europese samenlevingen veranderen en hierdoor ook de rol en de relatie van overheden binnen en met die samenlevingen. Wat vraagt een veranderende samenleving van rekenkamers? Hoe moeten rekenkamers hierop inspelen? Simpele antwoorden zijn er natuurlijk niet, maar hoe kijkt de jonge generatie auditors hiertegen aan? Welke uitdagingen en oplossingen zien zij voor rekenkamers nu en in de toekomst?
Europese samenlevingen veranderen en hierdoor ook de rol en de relatie van overheden binnen en met die samenlevingen. Wat vraagt een veranderende samenleving van rekenkamers? Hoe moeten rekenkamers hierop inspelen? Simpele antwoorden zijn er natuurlijk niet, maar hoe kijkt de jonge generatie auditors hiertegen aan? Welke uitdagingen en oplossingen zien zij voor rekenkamers nu en in de toekomst?
De Europese samenlevingen veranderen ingrijpend en snel. Technologische ontwikkelingen, zoals de computer, het internet, mobiele communicatie en de nieuwe, sociale media, jagen deze maatschappelijke veranderingen aan. Overheden – en dus ook rekenkamers – zullen moeten inspelen op deze maatschappelijke veranderingen om effectief te blijven. De Facebookrellen in Haren of de Arabische Lente zijn goede voorbeelden van een samenleving die al verder is dan de overheid. De samenleving heeft nieuwe wegen gevonden om zich te organiseren, maar in beide gevallen lukte het de overheden niet om hier goed mee om te gaan. Als de maatschappelijke verschuivingen zo groot zijn, kun je niet meer volstaan met het slechts verbeteren van de dingen zoals je ze altijd deed.
De ondergang van Kodak illustreert dit prachtig. Kodak was een van de grootste fotoapparatuurfabrikanten ter wereld. De slogan van Kodak was tot de verbeelding sprekend: keeping memories alive. Ruim een eeuw was Kodak toonaangevend op het gebied van fotografie. Sterker nog: fotografie was aan het eind van de negentiende eeuw iets voor professionele fotografen. Het was Kodak die van ieder van ons een fotograaf maakte met het handzame en betaalbare Browniemodel. Hoewel het Kodak was die in 1975 de digitale fotocamera uitvond, ging de opkomst van digitale fotografie aan Kodak voorbij. Kodak bleef zichzelf vooral als een fotoapparatuurfabrikant zien in plaats van zijn eigen slogan trouw te blijven. Daardoor richtte Kodak zich niet op echte innovatie, terwijl de markt wel innoveerde. Apps als Pinterest en Instagram voor smartphones en tablets rukten op en verdrukten steeds meer de traditionele fotoapparatuur. De nieuwe manier van keeping memories alive dus. Uiteindelijk ging Kodak begin 2012 failliet, terwijl bijna tegelijkertijd het twee jaar oude Instagram voor 1 miljard dollar aan Facebook werd verkocht. De boodschap: als de omgeving ingrijpend verandert, moet je ook zelf andere dingen doen en is hetzelfde beter doen niet genoeg.
Rekenkamers zijn een van de belangrijkste checks and balances binnen een overheidsapparaat. Een rekenkamer kan vanuit haar rol het overheidsapparaat helpen met innoveren. Wat zijn belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen waar een overheid op in zou moeten spelen? Doet de overheid dat eigenlijk wel effectief en efficiënt? Een rekenkamer kan dus onderwerpen agenderen en het overheidsapparaat opduwen. Als de samenleving verandert, zal een rekenkamer ook zelf moeten veranderen. Een digitaliserende samenleving en overheid betekent bijvoorbeeld dat rekenkamers nieuwe onderzoeksmethoden moeten ontwikkelen, dat zij het parlement en het publiek ook anders over hun werk moeten informeren. Het gezag van een instituut als de rekenkamer is niet meer vanzelfsprekend.1 Dat gezag moet elke dag gewonnen worden. Daarom moeten rekenkamers blijven aansluiten bij de verwachtingen en behoeften van de veranderende samenleving. Alleen dan zijn rekenkamers relevant en maken zij het verschil. In een veranderende samenleving kunnen rekenkamers niets anders dan andere dingen doen en dezelfde dingen anders doen: innoveren dus!
Innovatie vraagt niet alleen om actie, maar ook om een andere mindset. Voor rekenkamers is dit een extra uitdaging. Een eerste uitdaging is de onafhankelijkheid van rekenkamers van de zittende regering en het parlement. Deze onafhankelijkheid is cruciaal om goed te functioneren. Maar hierin schuilt ook een gevaar: onafhankelijkheid kan lui maken. Bedrijven kennen de tucht van de markt, politici kennen de tucht van de wegstemmende kiezer. Rekenkamers daarentegen missen een onzichtbare hand die hen prikkelt relevant te blijven en waar nodig te innoveren. Een tweede uitdaging is dat rekenkamers twee tegenstrijdige ontwikkelingen ondergaan. Aan de ene kant standaardiseren rekenkamers steeds meer van hun onderzoeksprocessen. De wereldwijde afspraak om internationale ISSAI-standaarden te implementeren speelt hierbij een grote rol. Aan de andere kant vraagt innovatie juist om thinking out of the box. Innovatie vraagt dus juist om buiten die steeds knellender kaders te denken! Misschien doet een jonge generatie auditors dat makkelijker dan door de wol geverfde bestuurders.
Het eerste Young EuroSAI-congres
In juni 2014 vindt het negende EuroSAI-congres plaats. Dit is een congres voor alle bestuurders van de Europese nationale rekenkamers (de zogenaamde supreme audit institutions ofwel SAI’s), dit jaar onder voorzitterschap van de Nederlandse Algemene Rekenkamer. Het thema van dit congres is innovatie.
De Algemene Rekenkamer wil graag het kritische en innovatieve geluid van de jonge generatie op de werkvloer meenemen naar het EuroSAI-congres. Daarom hebben we in november 2013 in Rotterdam het eerste Young EuroSAI-congres (YES-congres) georganiseerd. Ook dit congres had innovatie als thema: Let’s create tomorrow’s innovation. Ruim honderd jonge auditors werkzaam bij vijftig verschillende rekenkamers of rekenkamerorganisaties namen deel aan het YEScongres. Dit congres bood jonge auditors de kans om een internationaal netwerk op te bouwen, ideeën op te doen en met collega’s in workshops in discussie te gaan over innovatieve best practices. Maar vooral: we organiseerden daarmee binnen de Europese rekenkamergemeenschap een vorm van ‘tegenkracht’2 zodat dat het externe belang, gericht op de maatschappelijke functie van rekenkamers, gewaarborgd blijft.
Het eerste YES-congres Innovatie was niet alleen het thema van het YES-congres, maar werd ook uitgeademd in de congresopzet: zo min mogelijk plenaire sessies, zoveel mogelijk kleine interactieve workshops. Dat betekende ook voor de deelnemers dat deelnemen méér was dan dat: deelnemers hebben zelf onderwerpen aangedragen en een groot deel van de workshops is door de deelnemers zelf opgezet en uitgevoerd. Daarnaast discussieerden deelnemers vooraf en tijdens het congres over innovatie via een internetforum en Twitter. |
Uitdagingen en mogelijke oplossingen
Aan de ene kant hebben we met elkaar strategische en operationele uitdagingen voor rekenkamers in kaart gebracht. Deze benoemen is gemakkelijk; de deelnemers moesten er ook oplossingen voor bedenken. Wat zijn die belangrijke uitdagingen en welke kansen zijn er?
Meer met minder
Veel rekenkamers voelen de noodzaak om steeds meer te doen met steeds minder middelen. Aan de ene kant is dit een direct gevolg van de economische situatie, waardoor ook de budgetten van veel Europese rekenkamers onder druk staan. Aan de andere kant is dit een ontwikkeling die al decennia bestaat. Burgers worden steeds kritischer en vragen zodoende meer van hun overheid. De samenleving wordt complexer en het overheidsoptreden daarmee ook. Dit betekent dat het werk van rekenkamers ook complexer wordt. Rekenkamers zullen dus steeds beter moeten afwegen wat ze op welke wijze onderzoeken. Dit betekent keuzes maken in beleidsterreinen en in de opzet en diepgang van onderzoeken. Belangrijk is dan ook om te weten waar je toegevoegde waarde ligt, zodat rekenkamers beter het kaf van het koren kunnen scheiden. Of zoals een keynote speaker tijdens het YES-congres verwoordde: “Your organisation has to have a clear mission. In a changing environment you need to be really loyal to your mission and not to the things you have always done in a way you have always done. You need to have a clear answer to the question ‘we are in the business of…’.” Kunnen wij deze vraag voldoende scherp beantwoorden? En betekent dat dat we nieuwe dingen moeten doen? Moeten we dezelfde thema’s afdekken maar op een andere manier? En welke activiteiten zouden we dan kunnen laten? Op het congres zijn we niet ingegaan op deze vraag, maar dit is een goede vraag voor de rekenkamerbestuurders op het EuroSAI-congres.
Globaliserende samenleving vereist samenwerking
De globalisering maakt onze samenleving ontegenzeggelijk complexer. Maatschappelijke problemen, zoals criminaliteit of afvalverwerking, hebben steeds vaker een internationale kant. Als een land een dergelijk probleem effectief aanpakt, betekent dit nogal eens dat het probleem zich slechts verplaatst: de georganiseerde criminaliteit steelt op grote schaal in een naastgelegen land tweedehands auto’s en internationaal afvaltransporteurs shoppen met ‘slecht’ afval, totdat zij in een Europese haven de benodigde exportpapieren voor Afrika of Azië hebben. Dit betekent dat landelijke overheden de handen in elkaar moeten slaan om een probleem aan te pakken of om samenhangend beleid te ontwikkelen. Ook rekenkamers zouden hier op in moeten spelen door meer samen te werken. Rekenkamers kunnen meer van elkaar leren. Wat voor ervaring hebben zusterinstellingen op een bepaald beleidsterrein? Bieden die ervaringen aanknopingspunten om het Nederlands beleid aan te toetsen of mee te vergelijken? Hoe hebben andere rekenkamers het beleid onderzocht? Ten slotte betekent een toenemende samenwerking tussen nationale overheden ook een grotere kans op een audit gap. Wie kijkt er kritisch naar het grijze gebied tussen de lidstaten? Denk maar eens aan de discussie over het controlegat dat ontstaat door het overhevelen van rijkstaken naar gemeenten.
Dealen met (big) data
Het nieuws van 2013 stond mede in het teken van de omvangrijke afluisterpraktijken van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. Hoewel de praktijken discutabel zijn, illustreren zij wel een belangrijke ontwikkeling: overheden proberen grip te houden op de groeiende hoeveelheid digitaal verkeer en data. De hoeveelheid beschikbare data die zeer snel vergaard wordt en tegelijkertijd zeer divers is, stijgt explosief: er wordt geschat dat de dataproductie in 2020 het vierenveertigvoudige is ten opzichte van 2009.3 Overheden zullen hier hun voordeel mee kunnen doen. Op basis van goede analyses kan beleid worden ontwikkeld dat beter aansluit op wat er in de samenleving gebeurt en waar behoefte aan is. Maar het is de vraag of wij als rekenkamers hier al goed onderzoek naar kunnen doen. Hoe haal je uit een toenemende hoeveelheid data de relevante signalen? Rekenkamers zullen moeten werken aan hun kennis van grote datasystemen, hier analysemethoden voor moeten ontwikkelen en moeten bepalen wat wij op dit gebied van het overheidsapparaat verwachten. En hoe gaan rekenkamers zelf om met big data? Kunnen wij hieruit ook trends halen om zo beter onze onderzoeksonderwerpen te selecteren? En kunnen rekenkamers zo ook beter bepalen of ons optreden effectief is? Deze ontwikkeling staat binnen rekenkamers nog niet echt op de agenda, maar het is hoog tijd om hier nu mee aan de slag te gaan!
Vertel de boodschap beter
Om effectief te zijn, moet je boodschap aankomen bij je doelgroep. Van oudsher schrijven rekenkamers hiervoor uitgebreide rapporten voor het parlement. In een tijd waarin steeds meer gecommuniceerd wordt in bijvoorbeeld oneliners of met maximaal 140 tekens in het geval van tweets, vraagt dat ook iets van rekenkamers. Breng de boodschap helder, doelgericht en op nieuwe manieren. Tijdens het congres werd bijvoorbeeld geopperd om veel meer visueel te rapporteren. Probeer je bevindingen te vatten in een videoboodschap of een interactieve infographic. Een goed voorbeeld hiervan is het webdossier dat de Tijdelijke Commissie Huizenprijzen vorig jaar presenteerde. Op een begrijpelijke en interactieve manier wordt de complexe manier van twintig jaar lang stijgende huizenprijzen uitgelegd.4 Maar daarnaast zouden rekenkamers ook beter de nieuwe sociale media kunnen benutten. Daarnaast kunnen rekenkamers ook overwegen om een boodschap eerder in het besluitvormingsproces te brengen. Dus niet nadat het leed geschied is, maar voordat het besluit tot uitvoering genomen is. Op het congres leidde deze vorm van real-time audit tot veel discussie: begeef je je als rekenkamer daarmee niet in het politieke veld? De Duitse Rekenkamer heeft ervaring met deze real-time audits en voorkomt dit risico door bijvoorbeeld infrastructuurinvesteringen vooraf te laten beoordelen door bouwkundig ingenieurs. Zo blijven de bevindingen en daarmee de bestuurlijke discussie feitelijk en op basis van expertise, is de ervaring van de Duitsers. Maar belangrijker: ben je als rekenkamer zo niet veel effectiever als je aantoonbaar hebt kunnen bijdragen aan more value for less taxpayer’s money? De Duitse Rekenkamer heeft zo de belastingbetaler vele miljoenen euro’s kunnen besparen. Het vergt misschien wat lef, maar het is achteraf altijd makkelijk en veilig om kritisch te zijn.
Onafhankelijkheid bewaren
Rekenkamers moeten onafhankelijk en daarmee objectief zijn om effectief te zijn. Onder jonge auditors leeft echter het gevoel dat de rekenkamers in een steeds politiekere omgeving moeten opereren. Sommige rekenkamers ervaren zelfs een grote druk om sommige bevindingen of conclusies te verbergen of juist wel naar buiten te brengen. Een belangrijke factor daarin is de toenemende aandacht van media voor de conclusies van rekenkameronderzoeken. Maar is de steeds politiekere context een opzichzelfstaande ontwikkeling? Misschien is het ook wel het gevolg van steeds betere en relevantere onderzoeken. In beide gevallen zullen rekenkamers continu naar de balans moeten blijven zoeken tussen enerzijds onafhankelijk en dus onbetwist zijn en anderzijds maatschappelijk en politiek toegevoegde waarde blijven leveren door te innoveren.
Real-time audit De Duitse Rekenkamer presenteerde een real-time audit naar de aanleg van een brug over de Rijn. Voor dergelijk onderzoek zijn bouwkundig ingenieurs in dienst. De Duitse Rekenkamer onderzocht de onderbouwing van dit project voorafgaand aan het politieke besluit. Voorspellingen over de verkeersdruk bleken achterhaald zodat het project kon worden herijkt. Er kon worden volstaan met het aanleggen van één in plaats van twee bruggen. Zo bespaarde de overheid € 126 miljoen. Dus tijdig onderzoek doen en daarover rapporteren loont! |
Hoe nu verder?
De jonge generatie heeft op het YES-congres een aantal belangrijke ontwikkelingen benoemd en ook kansen aangedragen aan de bestuurders. Maar we kunnen nog niet spreken van kant-en-klare oplossingen. Misschien verdient een dergelijke analyse ook nog verdere verdieping en concretisering op het strategische vlak. Misschien is dat ook wel te veel gevraagd voor zo’n kort congres. Bovendien is het organiseren van dit eerste jongerencongres en het agenderen van het thema innovatie op zich al innovatief en toont de jonge generatie daarmee juist al lef. Toch hebben we ook een belangrijke boodschap voor onze bestuurders van Europese rekenkamers: de wereld verandert en dat betekent iets voor ons werk. We moeten inspelen op de maatschappelijke veranderingen. We moeten innoveren: nieuwe dingen doen en dezelfde dingen misschien heel anders. We have to change to stay the same!
Maar ook voor de jonge generatie auditors houdt het hier niet op. Bij de afsluiting van het congres heeft de president van de Nederlandse Algemene Rekenkamer, mevrouw Stuiveling, de jonge auditors opgeroepen vooral zelf aan de slag te gaan. Wees een innovatieambassadeur binnen je eigen rekenkamer en toon lef! Dit is niet makkelijk, want innoveren is roeien tegen de stroom in, is dingen opnieuw definiëren en is bestaande kaders doorbreken. Innoveren is een onzeker proces met een onzekere uitkomst.5
Dit is een uitdaging, want de jonge auditors zien dat rekenkamers een zero error culture kennen. En innoveren is je nek uitsteken en accepteren dat een innovatief initiatief anders uitpakt dan je vooraf had gezien. Zowel het proces als de uitkomsten zijn onzeker. En dat is natuurlijk uitdagend in organisaties die continu op zoek zijn naar assurance en zekerheid. Innoveren vraagt dus om lef. Lef van zowel de (jonge) auditors als de bestuurders. Met het YES-congres heeft een jonge generatie lef getoond en is thuis met deze ideeën aan de slag gegaan. Wij hopen dat onze bestuurders in juni in onze voetsporen treden. Let’s create tomorrow’s innovation today!
Jeroen Doornbos MSc en drs. Bas Leenheer zijn beiden werkzaam bij de Algemene Rekenkamer als onderzoeker op het beleidsterrein defensie resp. financiën. De auteurs hebben het artikel op persoonlijke titel geschreven.
Noten
1 Vertrouwen op democratie (februari 2010), Raad voor het Openbaar Bestuur.
2 Tegenkracht organiseren: Lessen uit de kredietcrisis (2011), Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
3 http://www.csc.com/insights/flxwd/78931-big_data_universe_beginning_to_explode
4 http://www.huizenprijzen.tweedekamer.nl/#step1
5 Innovatie is een modewoord voor iets dat vaak mislukt. Jasper van Kuijk, hoogleraar gebruiksgerichte innovatie aan TU Delft, verschenen in NRC Handelsblad van 29 juni 2013 en te raadplegen via http://studiolab.ide.tudelft.nl/studiolab/vankuijk/innovatie-is-een-modewoord-voor-iets-dat-vaak-mislukt/