slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Ontwikkelingen in goed bestuur

Ontwikkelingen in goed bestuur

28 oktober 2015 om 15:54 door Harry ter Braak 0 reacties

Publieke organisaties moeten veranderen willen ze de toekomst aankunnen. Roel Jansen geeft een overzicht van de ontwikkeling van rekenkamers over de wereld door interviews met markante persoonlijkheden uit diverse landen. Nanko Boerma benadrukt dat waardevolle verbindingen essentieel zijn voor een succesvolle toekomst van de publieke organisaties. Tobias Kwakkelstein e.a. benadrukken dat een omslag in werken en denken essentieel is. Verschillende interessante perspectieven al met al.

Publieke organisaties moeten veranderen willen ze de toekomst aankunnen. Roel Jansen geeft een overzicht van de ontwikkeling van rekenkamers over de wereld door interviews met markante persoonlijkheden uit diverse landen. Nanko Boerma benadrukt dat waardevolle verbindingen essentieel zijn voor een succesvolle toekomst van de publieke organisaties. Tobias Kwakkelstein e.a. benadrukken dat een omslag in werken en denken essentieel is. Verschillende interessante perspectieven al met al.

The art of audit.jpgThe art of audit – Eight remarkable government auditors on stage
Roel Janssen, Den Haag: Algemene Rekenkamer, 2015, 104 blz., ISBN 9789462980914

Supreme Audit Institutions (SAL), zoals de Algemene Rekenkamer, hebben een belangrijke rol in het publieke domein. Zij zijn de partij die ten behoeve van de burgers en het parlement kritisch kijkt naar publieke uitgaven en de effectiviteit van publiek handelen. In de loop van de tijd ontwikkelt hun rol zich meer en meer naar performance audits en daarmee naar een bijdrage op het vlak van organisatorisch leren door de overheid van binnenuit. Zij spelen een cruciale rol in het zichtbaar maken van corruptie en het ontwikkelen van good governance. De digitalisering verandert de opgave van de instituten stevig. Saskia Stuiveling verwoordde dat ‘open data’ een revolutie in het afleggen van verantwoordelijkheid veroorzaken. Veel informatie is niet hetzelfde als transparantie. Verklaring van cijfers blijft de opgave.
Roel Janssen biedt in zijn in het Engels geschreven boek inzicht in die ontwikkeling en interviewde daartoe acht mensen die alle op enig moment de afgelopen jaren de SAL in hun eigen land hebben voorgezeten en die opdracht vooral als een missie of droom definieerden. Elk interview wordt voorzien van enkele essentiële gegevens over de financiën van het land en de SAL, maar ook hoe deze zich sinds het ontstaan ontwikkelde. Hoewel hun opgave in principe gelijk was (geformuleerd door INTOSAL de INTernationale Organisatie van Supreme Audit Institutions) verschilden hun activiteiten aanzienlijk, beïnvloed door lokale omstandigheden en hun eigen persoonlijke leiderschap.
Elk land kent zijn eigen uitdagingen. In Tunesië speelt de corruptie van de vorige regering een belangrijke rol terwijl tegelijkertijd de constitutie serieus veranderde. Vanuit Oostenrijk is de internationale samenwerking sterk gepromoot. In Zuid-Afrika wordt het thema van leiderschap onder de aandacht gebracht. In de Filipijnen moet de voorzitter persoonlijk beschermd worden, omdat de door corruptie verrotte omgeving te onveilig is. In Estland is de overgang van het Russische model naar het Europese een forse uitdaging. In de VS wordt het begrip van verantwoordelijkheid verbreed. In Oeganda wordt vooral ‘the curse of natural resources’ besproken. De uitdaging voor Irak was in een ineenstortende natie het instituut in leven houden. Het boek vormt een interessant overzicht van de complexiteit waar landen mee te maken kregen.

Waardevolle verbindingen.pngWaardevolle verbindingen – De constructie van vertrouwen in de toekomst
Nanko Boerma, Amsterdam: Futuro uitgevers, 2015, 127 blz., ISBN 9789492221063

Nanko Boerma behandelt in tien hoofdstukken fundamentele vragen die raken aan de wortels van onze democratie. Over acterende burgers, over saamhorigheid en waardevol verbinden. Het boek gaat ook over vertrouwen. Vertrouwen van mensen in elkaar en van mensen in de samenleving. Zijn roep is die om de acterende burger, en zijn pleidooi in hoofdstuk één luidt: burgers moeten de touwen doorsnijden waarmee instanties hen in hun marionettenspel hebben gevangen. ‘Al te goed is buurmans gek’ vormt in hoofdstuk twee de samenvatting met de constatering dat ‘de vertrouwensinfrastructuur’ niet meer aansluit op de samenleving van dit moment.
Hoofdstuk drie gaat over de kosten van wantrouwen. Hoofdstuk vier nodigt uit procedures en processen weer begrijpelijk te maken en in hoofdstuk vijf en zes legt Boerma uit wat dat betekent. In hoofdstuk zeven, acht en negen richt de auteur zich op de rol die de acterende burger toekomt. Standaardisering (hoofdstuk zeven) is cruciaal en een voorwaarde voor variëteit en verschil.
Nieuwe vormen van coördinatie en afstemming zullen burgers met elkaar ontwikkelen (hoofdstuk acht) en de staat zal vrije uitwisseling en hoge beschavingsnormen van solidariteit en herverdeling moeten garanderen (hoofdstuk negen). In hoofdstuk tien komen de lijnen samen in een aanpak voor vertrouwen in de toekomst. Het boek sluit af met een slot en een zeer uitgebreide verantwoording, waarbij de auteur niet schuwt aan te geven dat het soms om (zijn) fictie gaat. Dat neemt niet weg dat het boek een boeiende verhandeling is geworden van iemand die de instituties, hun procedures en processen als (interim) manager van binnenuit goed kent en veel tijd en energie heeft geïnvesteerd in de verbetering ervan.

Boerma schreef deze niet wetenschappelijke verhandeling niet voor de instanties waar burgers terechtkomen, maar voor die burgers zelf in hun natuurlijke omgeving. Instanties herkennen naar zijn oordeel de noodzakelijke organisatievormen onvoldoende. Het grondpatroon is dat actoren re-actoren uitlokken tot een transactie, waarvan overigens beide moeten weten of ze een (geautoriseerde) identiteit en transactiemacht hebben die ze zeggen te hebben, en de uitgewisselde gegevens begrijpen. De staat kan met standaardisatie en een monopolie (zie DATA-act in de VS) op vertrouwelijke informatie een passend kader creëren. De politiek hoeft zich dan niet meer met de uitvoering bezig te houden, want dat doen de burgers onderling.
Dit boek is naar mijn oordeel zeker interessant, omdat het een herkenbaar perspectief biedt op de voorwaarden waaronder uitvoeringsorganisaties hun processen zouden moeten organiseren.

Omslag.jpgOmslag – Perspectieven voor goed bestuur in 2020
Tobias Kwakkelstein, Aart van Dam, Ardaan van Ravenzwaaij (red), Den Haag: Boom Lemma, 2013, 158 blz., ISBN 9789462360174

In deze, onder redactie van medewerkers van Binnenlandse Zaken geschreven, essaybundel openen de auteurs met de ambitie en opgave heel anders naar de overheid te gaan kijken. Wat is nodig voor goed bestuur in 2020?

Maatschappelijk initiatief, vraagt, zo schrijft Albert Jan Kruiter in het eerste essay, om herwaardering. Governance en zeggenschap vragen dan een andere benadering. We moeten terug naar de menselijke maat bepleit Bas Heijne in het tweede essay en onderlinge betrokkenheid. Langetermijntrends vragen hervorming van de overheid en het vakmanschap van de ambtenaar, zo meent Henno Theisens. De oude stabiele financiële arrangementen, zoals rond de pensioenen, werken niet meer en vragen nieuwe oplossingen, betoogt Henriëtte Prast. Tegelijkertijd zal een andere balans tussen de nationale verzorgingsstaat en de Europese integratie gerealiseerd moeten worden in de eurocrisis en vanuit de soevereiniteitsparadox, als het aan Anton Hemerijck ligt. Dat vraagt een gericht ‘toerustingsbeleid’ met levenslang werken als perspectief. De electorale volatiliteit, de kabinetsinstabiliteit en een veronderstelde, toenemende beleidscontinuïteit gaat echter gepaard met risico’s van bestuurbaarheid en legitimiteit van beleid.
Rudy Andeweg adviseert niettemin de swing of the pendulium als nuttig te definiëren en het kiesstelsel nog beter te faciliteren. Stine Jensen behandelt het thema van de i-samenleving voor de burger, die vaak ook geen i-burger is. Goed burgerschap is belangrijker, zodat die ‘i’ ook wel weg moet kunnen, zo is de stelling. John Jansen van Galen toont zich bezorgt over de overzeese (politieke) samenleving. Nederland heeft de sacred trust de rechtsstaat, mensenrechten en democratie desnoods met macht in stand te houden. Wim Derksen sluit de serie essays af met een stelling over de botsing tussen denken en doen in het binnenlands bestuur bij de bestuursakkoorden.
In het nawoord concludeert de redactie dat de verhouding burger-overheid serieus verandert. De overheid zal zich de nieuwe rol eigen moeten maken. “Het besef in een eeuwig onvolmaakte samenleving te leven is een voorwaarde die samenleving te verbeteren.” De bundel laat zich gemakkelijk lezen en heeft geen wetenschappelijke ambities. Híj past in de categorie boeken die interessante vragen oproepen.

Drs. H.J.M. ter Braak is docent Strategie en Verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij Wagenaarhoes.

Sluiten