Ontwrichtende innovatie en nieuw bestuur
13 januari 2016 om 13:13 0 reacties
Dit jaar draaide het Festival der Bestuurskunde om een precair thema: innovatiedruk. Innovatie is anno 2015 een hoera-begrip geworden en vormt de ‘multivitamine’ voor iedere zichzelf respecterende organisatie. Bedrijven refereren trots aan iconische beleidstermen als business re-engineering, duurzaamheid en tipping points, maar tegelijkertijd blijft de concrete praktische en materiële betekenis ervan vaak onduidelijk.
Dit jaar draaide het Festival der Bestuurskunde om een precair thema: innovatiedruk. Innovatie is anno 2015 een hoera-begrip geworden en vormt de ‘multivitamine’ voor iedere zichzelf respecterende organisatie. Bedrijven refereren trots aan iconische beleidstermen als business re-engineering, duurzaamheid en tipping points, maar tegelijkertijd blijft de concrete praktische en materiële betekenis ervan vaak onduidelijk.
Innovatie gaat in ieder geval gepaard met het doorvoeren van veranderingen. Nergens anders is dat zo duidelijk te zien als op het gebied van technologische innovatie. Met de komst van internet, apps en big data is een steeds groter deel van ons leven zich online gaan afspelen. Niet alleen onze vriendschappen onderhouden we digitaal; een vermist kind brengen we anno 2015 gezamenlijk veilig thuis dankzij apps van Burgernet en Amber Alert, studenten die ziek zijn kunnen hun colleges online blijven volgen en boeken zijn vaak al via internet besteld voordat ze in de winkel liggen.
Natuurlijk brengt het digitale tijdperk tal van positieve ontwikkelingen met zich mee, maar ook de schaduwzijde van deze ontwikkelingen moet niet uitgevlakt worden. Met de opkomst van het internet wordt de machtspositie van de burger weliswaar versterkt, maar worden klassieke businessmodellen tegelijkertijd buitenspel gezet. Rollen en verantwoordelijkheden verschuiven en het is aan overheden de taak om hier soigneus op in te spelen.
Op het Festival der Bestuurskunde staat deze ontwrichting, veroorzaakt door innovatie, centraal en ontdekken we aan de hand van keynote-sprekers en workshops op welke manier innovatie zorgt voor ontwrichting en hoe het openbaar bestuur anticipeert op de implicaties die innovatie met zich meebrengt.
Maatschappelijke eisen
Technologische innovatie zorgt niet alleen voor meer comfort, het maakt ons ook lui. Filosoof en schrijver Hans Schnitzler probeert in zijn keynote het debat rond innovatiedruk naar een hoger niveau te tillen en vraagt zich af in hoeverre de mens nog de techniek bedient en niet andersom. Hij stelt vast dat techniek in het digitale tijdperk allesoverheersend is geworden. “De mens denkt zelf niet meer na. Het zijn apps die hem moeten vertellen wat hij moet eten of welke sportoefeningen hij moet doen.’’ Volgens hem zijn we de data die we genereren en worden we daardoor geneutraliseerd en meetbaar. “Leidde de industriële revolutie tot een onderwerping van de lichamen van arbeiders in fabrieken, in de digitale revolutie zijn het de internetindustriëlen die zich de geest van de internetgebruikers toe-eigenen’’, zo omschrijft Schnitzler in zijn boek Het digitale proletariaat. Desondanks richt Schnitzlers kritiek zich niet op de technologische ontwikkeling zelf, maar op de onwil om er maatschappelijke eisen aan te stellen. Hierin ligt volgens hem de belangrijkste opdracht voor bestuurders van de 21ste eeuw.
Ontwrichting veroorzaken
Misschien wel de meest besproken ontwrichtende technologische innovatie van dit moment is UberPop. De internetonderneming biedt betaalbaar personenvervoer aan door klanten en privéchauffeurs via een mobiele app bij elkaar te brengen. Chauffeurs hebben geen taxipas nodig en kunnen klanten in hun eigen auto vervoeren, waardoor de kosten laag blijven. Het technologiebedrijf speelt naar eigen zeggen in op de onvoorspelbaarheid en inefficiëntie van de prijzige, klassieke taxibranche. “Allereerst is ons doel om mensen op een makkelijke en goedkope manier van a naar b te brengen. Gaandeweg merkten we dat we invloed hebben op efficiënter gebruik van auto’s en daarmee ook op duurzaamheid’’, legt Niek van Leeuwen, General Manager van Uber uit.
Voor de klassieke taxibranche is de komst van Uber een doorn in het oog. Vraag en aanbod komen niet meer bij elkaar op de taxistandplaats, maar in een app. Chauffeurs zagen hun klandizie afnemen en kwamen in opstand tegen de bedrijfsvoering van Uber. In sommige Europese steden wordt Uber gezien als een ‘illegale snordersdienst’. In Brussel en Berlijn werd Uber zelfs door de rechter verboden.
Omgaan met ontwrichtende innovatie
Het is de taak van ‘ouderwetse’ instellingen zoals overheden om zich aan te passen aan de implicaties die innovatie met zich meebrengt. Het openbaar bestuur wordt genoodzaakt het takenpakket aan te passen en is allang geen top-down functionerend instituut meer. Overheden moeten zich bescheiden opstellen, samenwerkingen aangaan en de mogelijkheden van innovatie erkennen.
Leon van Halder is voorzitter van de raad van bestuur van het Radboud UMC. Hij ziet ook hoe de gezondheidszorg geconfronteerd wordt met adaptieve uitdagingen die innovatie met zich meebrengt. De vraag naar zorg neemt toe; mensen worden steeds ouder, er komen meer chronisch zieken en de technologie wordt duurder ondanks het feit dat onze gezondheidszorg in de top 3 van de wereld thuishoort. “De groei in de zorg is groter en hoger dan de economische groei, wat betekent dat we onze reguliere zorg niet meer kunnen betalen als we economisch gezien niet nóg harder gaan groeien,’’ merkt Van Halder op. Hij vraagt zich af hoe houdbaar onze zorg en solidariteit dan nog zijn. Wordt de kloof tussen rijk en arm en gezond en ongezond dan niet alleen maar groter? Maar nog belangrijker, hoe gaan we deze onhoudbaarheid managen?
Technologische innovatie kan daar een belangrijke rol in spelen. Het Radboud UMC voelt zich verplicht om goede zorg te blijven leveren voor zowel de samenleving als het individu, maar voelt zich ook verantwoordelijk voor de kostenontwikkeling in de zorg. Met behulp van technologische innovatie kan het aantal interventies afnemen, waardoor zorg goedkoper wordt. Zo kan een gesprek tussen patiënt en arts ook middels een videochat plaatsvinden en kan de patiënt voor een poliklinisch consult gewoon thuis achter de laptop blijven zitten. Daarnaast worden er MRI-scans op de operatietafel geïnstalleerd, zodat chirurgen tijdens de operatie al kunnen zien of de operatie gelukt is. “Het lijken simpele kleine stapjes, maar ze zijn revolutionair in de gezondheidszorg’’, aldus Van Halder.
Behalve workshops en keynotes, stond het Festival der Bestuurskunde ook in het teken van de Bestuurskunde Challenge. Studieverenigingen B.I.L. van Campus Den Haag, Juribes van de Universiteit Tilburg en Perikles van Universiteit Utrecht presenteerden samen met Financial Intelligence Unit Nederland een casus die verband hield met de Verenigde Naties. Drie studententeams hadden enkele uren de tijd om te bedenken hoe FIU-Nederland witwaspraktijken beter zou kunnen bestrijden, waarna zij hun oplossing moesten pitchen tegenover een vakjury. De grote winnaars werden Maarten Roelands, Gijs Broek, Simone Hopstaken en Gijs Kremers van Tilburg University. Volgens de vakjury was hun idee zorgvuldig uitgewerkt en geen one-way-street-oplossing. “Bovendien stond de presentatie als een huis’’, aldus de vakjury. |
Van gif naar medicijn
Zowel uit de keynote van Leon van Halder als die van Hans Schnitzler wordt duidelijk dat we streven naar een ideale situatie waarin technologie de mogelijkheden van de mens verruimt en hem niet verlamt. Het gaat erom dat we technologie ontwikkelen die zo gebruiksvriendelijk is, dat mensen autonoom blijven. Op die manier transformeren we technologie van gif naar medicijn en kan de enorme beweeglijkheid die van ‘klassieke overheidssturing’ wordt verwacht, worden gerealiseerd, vat Schnitzler samen.
Verschuiving van rollen
In de workshop van Twynstra Gudde wordt duidelijk dat de veranderende rolverdeling tussen organisatie en samenleving ten gevolge van technologische innovatie spanningen en spagaten opleveren in professionele samenwerkingen. In het samenspel tussen publiek, privaat en maatschappelijk hebben we een duidelijk beeld van die drie partijen. De overheid pretendeert te weten wat goed voor ons is, bedrijven gaan puur voor de winst en vanuit de maatschappelijke hoek zijn mensen bezig met het individuele belang. Martine de Jong en Jaco Blokland leggen in hun workshop uit dat die drie partijen hun doelen – mede ten gevolge van technologische innovatie – niet meer alleen kunnen bereiken, maar elkaar juist nodig hebben. Wanneer de rollen en doelen van elke partij duidelijk zijn en er vanuit daar naar een gezamenlijk doel gestreefd wordt, kan het beste van die drie werelden bij elkaar gebracht worden.
Burgers betrekken
Dat merkt ook een overheidsorgaan als de gemeente Zaanstad. Zij zochten twaalf huishoudens op, vroegen welke problemen zich daarbinnen afspeelden en gingen onderzoeken wat er nodig was om die problemen op te lossen en in hoeverre de gemeente hierbij kon helpen. De problemen binnen de huishoudens bleken vooral te ontstaan doordat mensen ten eerste hun problemen niet overzien, er vervolgens geen inzicht in krijgen en daardoor al helemaal geen uitzicht hebben op een oplossing.
In de proef werd goed zichtbaar dat het overheidsorgaan geen klassieke sturende, heersende rol meer kan innemen en met de betrokkenheid van burgers zelf veel meer bereikt. “Laat iemand zijn eigen plan maken en daarin zijn eigen tevredenheidsgrens aangeven. Als gemeente kunnen wij hem vervolgens begeleiden om zélf zijn problemen op te lossen’’, concludeert Saskia de Man van de Gemeente Zaanstad in de workshop.
Sociale innovatie
Ondanks de ontwrichting die technologische innovatie teweegbrengt, twijfelt niemand aan het belang ervan. De relevantie van sociale innovatie wordt daarentegen minder vaak erkend. Wanneer zowel individuen als het openbaar bestuur in staat zijn om hun beweeglijkheid middels technologische innovatie te vergroten, maar tegelijkertijd hun autonomie en functie behouden door maatschappelijke eisen te stellen aan die innovatie, zal technologie nimmer een bedreiging voor de mens vormen.
Aan het openbaar bestuur de taak om de belangen van verschillende spelers in het maatschappelijke veld als burgers, bedrijven en overheidsinstellingen te erkennen en de ene partij niet ondergeschikt te stellen aan de andere. Op die manier is het openbaar bestuur beweeglijker dan ooit te voren en kan het technologische innovatie een middel zijn om die flexibiliteit te bereiken en te behouden.
Lindsey Groot studeerde HBO Journalistiek, rondde een master Culturele Antropologie af en is inmiddels freelance journalist. Bij De Telegraaf is zij online redacteur en eindredacteur krant Binnenland.