slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Toezicht en rechtszekerheid

Toezicht en rechtszekerheid

26 oktober 2016 om 12:02 door Harry ter Braak 0 reacties

Drie boeiende boeken over toezicht en rechtszekerheid, die alle drie als naslagwerk in de boekenkast horen. Dick Ruimschotel maakt duidelijk wat professioneel toezicht van de toezichthouder vraagt. Niels Jak heeft de wereld van de semipublieke (hybride) organisaties nu eens niet vanuit een economisch, maar vanuit een juridische kader uit de doeken gedaan. Henk den Uijl en Ton van Zonderveld werken uit wat goed toezicht in de zorg betekent.

Drie boeiende boeken over toezicht en rechtszekerheid, die alle drie als naslagwerk in de boekenkast horen. Dick Ruimschotel maakt duidelijk wat professioneel toezicht van de toezichthouder vraagt. Niels Jak heeft de wereld van de semipublieke (hybride) organisaties nu eens niet vanuit een economisch, maar vanuit een juridische kader uit de doeken gedaan. Henk den Uijl en Ton van Zonderveld werken uit wat goed toezicht in de zorg betekent.

Goed toezicht – Principes van professionaliteit, democratie en good governanceGoed toezicht_large.jpg
Dick Ruimschotel, Amsterdam: Mediawerf uitgevers, 2014, 808 blz. ISBN 9789059319356

Toezicht is overal en nergens. Dit boek richt zich in het bijzonder op ‘professioneel toezicht’ en is mede gebaseerd op het proefschrift van de auteur. Veel inzichten uit het boek zijn gebaseerd op 25 jaar onderzoek door Ruimschotel in de diverse organisaties waar hij al die tijd werkzaam was. Het moet gezegd: je kan het zo gek niet bedenken of het heeft een plek in het boek. Het behandelt vrijwel alle vraagstukken die je jezelf rond toezicht kan stellen. Letterlijk en figuurlijk een Magnus Opus, zeer toegankelijk en met een aangename dosis humor geschreven. In drie delen wordt de lezer meegenomen in alle geheimen van toezicht. Deel een concentreert zich op de grondslagen, methoden en strategieën. Deel twee behandelt de specifieke toezichtsgebieden die in Nederland voorkomen; of het nu gaat om de overheidstoezichthouder, het toezicht binnen bedrijven, het toezicht binnen maatschappelijke ondernemingen (als zorg, onderwijs en woningcorporaties) of het informeel sociaal toezicht. In deel drie is de focus gericht op het democratisch toezicht: macht, toezicht
en good governance. Ruimschotel laat de vele gezichten van toezicht zien. De geschiedenis krijgt steeds kort samengevat een plek. Zelfs goddelijk toezicht komt aan bod. Hoe zorgt religie (christelijk of islamitisch) ervoor dat gelovigen zich aan goddelijke normen houden? Ook het EU- en VN-toezicht krijgt een plek. En zelfs het voetbalgeweld (incl. dat tegen de grensrechter). Regelmatig lees je in het boek een uitgebreide beschrijving van een casus die de afgelopen jaren alle kranten heeft gehaald. Vanuit de methodische basis wordt aangegeven wat men moet doen om het goed te doen en wanneer sprake is van falend toezicht. Het boek zit verder ook vol met matrices waarin vanuit verschillende perspectieven naar vraagstukken gekeken wordt. Vele modellen passeren de revue. Alle klassiekers zoals de vierfasencyclus, het driecomponentenmodel en de ‘Tafel van Elf’ worden besproken, kernbegrippen voor maatschappelijke normering zoals democratie, governance en gezag uitgelicht. In de eerste bijlage worden de principes van goed toezicht samengevat en krijgen ook metaprincipes een plek. Dit boek levert stof tot nadenken en geeft inzichten waarover je met elkaar van gedachten wilt wisselen, zeker als je kritisch bent naar wat goed toezicht vraagt.

Semipublieke Instellingen – De juridische positie van instellingen op het snijvlak van overheid en samenlevingSemipublieke instellingen_cover_large.jpg
Niels Jak, Den Haag: Boom juridische uitgevers, 454 blz., 2014, ISBN 9789089749970, e-book: 9789462741751

Er is veel geschreven over hybride organisaties. Niels Jak voegt er in vijftien hoofdstukken, naar mijn oordeel, een mooi en goed leesbaar, maar wel dik proefschrift aan toe. De woningcorporaties (naar aanleiding van de Vestia-affaire) en ProRail vormen, na eerst de inhoudelijke beschouwing vanuit juridisch perspectief, de voorbeelden die langs de meetlat worden gelegd. Hoe zit het met de bevoegdheid van de bestuursrechter bij dit type organisaties? Hoe passen daarin de normen van de Algemene wet bestuursrecht. En de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zijn die ook van toepassing als de organisatie niet als bestuursorgaan wordt gedefinieerd? De Wet Nationale ombudsman, de Archiefwet 1995, de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene wet gelijke behandeling, de Ambtenarenwet, de Auteurswet, de Comptabiliteitswet 2001 ten aanzien van de onderzoeksbevoegdheid van de Algemene Rekenkamer, de Grondrechten, het Aanbestedingsrecht, het Mededingingsrecht en de rechtstreekse werking van richtlijnen, deze worden alle in even zovele hoofdstukken uitgebreid behandeld. Een rechtsvergelijking met Zuid-Afrika biedt een perspectief op een ander, maar vergelijkbaar, systeem. De ‘overheid’ blijkt een multifunctioneel en context afhankelijk begrip te zijn. Daarmee is de rechtszekerheid niet gediend en hebben we geen congruent rechtssysteem. Niels Jak adviseert harmonisatie. De instelling wordt nu in de ene context nog als overheid gezien en in de andere niet.

Zorg voor Toezicht – De maatschappelijke betekenis van governance in de zorgzorg voor toezicht_cover_los.jpg
Henk den Uijl en Ton van Zonneveld (red.), Amsterdam: Mediawerf, 2015, 254 blz. ISBN 9789490463441

De samenstellers van dit boek zijn beide actief betrokken bij de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) en de wetenschappelijke adviesraad van deze vereniging. Maar liefst 36 auteurs leverden een bijdrage. Het debat over toewijding en waarden lijkt lastig te voeren in een tijd waarin het denken van regels en disciplinering van buitenaf overheerst, aldus Rienk Goodijk, voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad van het NVTZ. Verder pleit Strikwerda ervoor dat toezicht in de zorg gebaseerd is op corporate finance-ideeën in plaats van op die van de civil society en de daarmee samenhangende waardenoriëntatie. Van Montfort en Bokhorst willen beter weerwerk door derden, bijvoorbeeld d.m.v. een raad van maatschappelijk belanghebbenden. Van Ees en Postma pleiten voor een alternatieve besturingstheorie omdat de bestaande onvoldoende past. Douglas en Noordegraaf bepleiten meervoudig maatwerk, waar op de cliënt afgestemde zorg gecombineerd dient te worden met de laagst mogelijke prijs. Hoek argumenteert dat de toezichthouder niet de taak heeft de hoeder van publieke belangen te zijn. En Schraven benadert de confrontatie van publieke en maatschappelijke belangen vanuit verschillende perspectieven (net als Hoogland en Griffioen), en legt vier dilemma’s voor. Nies en Minkman bespreken wat burgerparticipatie en initiatieven voor de governance betekenen. Vos, Deckers en De la Rambelje beschrijven de gevangenschap van politiek en zorginstellingen in de regelreflex en zoeken een nieuwe benadering. Derksen en Van de Logt, maar ook Vos e.a., bespreken hoe om te gaan met de risico’s in de zorg. Stoopendaal en Van de Bovenkamp verdiepen in het zicht op de gelaagdheid in het toezicht. Akdemir e.a. gaan in op het toezicht op de opleiding van medisch specialisten. Buijs en den Uijl pleiten voor een meer zichtbare rol van ‘publieke liefde’ in het toezicht. Griffioen en Hoogland argumenteren waarom het toezicht meer dienstbaar moet zijn aan de ‘bedoeling’ van zorginstellingen. De filosofische verkenning van de begrippen ‘zorg’ en ‘kwaliteit’ wordt verzorgd door Te Lindert, terwijl Houwen vooral het juridisch perspectief pakt. Ruimschotel (ja, dezelfde die het eerst besproken boek schreef) gaat in op de aandacht in de pers voor incidenten. Van Zonneveld schetst de sociaal-psychologische, organisatiekundige en strategische patronen die zich kunnen voordoen in de governanceverhouding. Ook de irrationele aspecten krijgen een plek in zijn benadering. Van der Starre acht de verantwoording van RvT’s te zeer gebaseerd op cijfers en te weinig op de wijze waarop die tot stand zijn gekomen. Nies en Minkman vragen zich af of de staat van het toezicht exemplarisch is voor de afstand tot de burger. Den Uijl en van Zonneveld openen en sluiten het boek met een eigen bijdrage. Vraagt nieuw denken, nieuw toezicht? Is er behoefte aan a theory of everything zoals bijv. Wilber in 1999 bepleitte? Zij stellen wel een interessant integraal model voor. Maar uiteindelijk gaat het ook volgens deze auteurs steeds weer om de weg naar een vorsende dialoog. Een goed leesbaar boek dat de vele perspectieven op toezicht in de zorg een plek geeft.

Drs. H.J.M. ter Braak is docent Strategie en Verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij Wagenaarhoes.

Sluiten