slogan: PLATFORM VOOR PUBLIC GOVERNANCE, AUDIT & CONTROL

Een bijzondere kijk op de wereld

Een bijzondere kijk op de wereld

25 april 2017 om 11:37 door Harry ter Braak 0 reacties

In deze aflevering van de boekenrubriek staan er boeken centraal die een wat andere kijk op de werkelijkheid bieden. Dat vraagt om een andere manier van (be)sturen, reden ook waarom de boeken interessant zijn. Dan Ariely laat zien dat wij allemaal liegen en daar goed aan doen. Gyuri Vergouw beschrijft waarom mensen vreemde wezens zijn, maar zichzelf in gekte en irrationaliteit lijken te overtreffen als ze samenkomen in organisaties. Joost Spithoven wil inspireren en streeft naar een andere wereld, waarin we voortdurend investeren in mensen om er samen gelouterd uit te komen.

In deze aflevering van de boekenrubriek staan er boeken centraal die een wat andere kijk op de werkelijkheid bieden. Dat vraagt om een andere manier van (be)sturen, reden ook waarom de boeken interessant zijn. Dan Ariely laat zien dat wij allemaal liegen en daar goed aan doen. Gyuri Vergouw beschrijft waarom mensen vreemde wezens zijn, maar zichzelf in gekte en irrationaliteit lijken te overtreffen als ze samenkomen in organisaties. Joost Spithoven wil inspireren en streeft naar een andere wereld, waarin we voortdurend investeren in mensen om er samen gelouterd uit te komen.

Heerlijk Oneerlijk – Hoe we allemaal liegen, met name tegen ons zelf
Dan Ariely, Amsterdam: Maven Publishing, tweede druk 2016, 287 blz., ISBN 9789490574741Heerlijk oneerlijk_0.jpg

Dan Ariely (hoogleraar Psychologie en Gedragseconomie) begint bij het Eenvoudige Model van de Rationele Misdaad (ENRAM-model), waarbij hij uitlegt hoe mensen met een eenvoudig kosten-batenmodel en risicoafweging kunnen kiezen fout te parkeren om tijdig op een afspraak te zijn. En als je dat denkmodel op het dagelijks leven los laat, zo stelt hij, blijken we vaker kleine vergrijpen te moeten vaststellen dan je misschien zou denken. Hij analyseert in het boek welke krachten ons aanzetten tot bedrog, en analyseert wat ons eerlijk houdt. Een kleine greep: botsende belangen, vervalste merkartikelen, dure beloften, creativiteit, maar ook gewoon vermoeidheid en/of sociale aspecten van het dagelijkse leven. Creativiteit blijkt een belangrijke verklarende rol te spelen. Intelligentie is neutraal.
In tien hoofdstukken met titels als: ‘De sjeu van het sjoemelen’, ‘Waarom we het verknallen als we moe zijn’, ‘Onszelf bedriegen’, ‘Creatief en oneerlijk, we staan klaar met verhalen’, ‘Frauderen als infectie’ en ‘Samen frauderen ja gezellig, waarom twee hoofden niet altijd beter zijn dan één’, ‘Met een semi-optimistisch slot: mensen frauderen niet genoeg’.
Het goede nieuws is dat we niet hulpeloos staan tegenover onze menselijke zwakheden (inclusief oneerlijkheid). Zodra we beter begrijpen wat de werkelijke oorzaak is van ons minder dan optimale gedrag, kunnen we nieuwe manieren ontdekken om ons gedrag onder controle te houden en onze resultaten te verbeteren. Dat is het ware doel van sociale wetenschappen en dat is vast een reis die alleen maar interessanter wordt met de big data-analyses die we de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Al met al een boeiend en wetenschappelijk goed gefundeerd boek (tenminste, dat beweert hij), waarmee iedere manager en controller zijn zelfinzicht kan verdiepen, maar ook een beter zicht kan ontwikkelen op hoe het in organisaties gaat en hoe je daarmee het beste om kan gaan.


Het Dodo effect – Over gedragsverandering in organisaties
Gyuri Vergouw, Amsterdam: Boom Uitgevers, 2015, 184 blz., ISBN 9789024403851het dodo-effect_0.jpg

Gyuri Vergouw probeert met zijn boek gedragsverandering binnen organisaties, gericht op leiders en medewerkers, met oprechte intenties, grijpbaar en concreet te maken. Het boek laat zich eenvoudig lezen en maakt zijn titel waar. Mensen zijn vreemde wezens, maar lijken zichzelf in gekte en irrationaliteit te overtreffen als ze samenkomen in organisaties. ‘De hofhouding’, ‘Oorlog en vrede’, ‘De onzichtbare organisatie’ en ‘Trots en vooroordeel’ vormen de vier hoofdstukken na de proloog waarin hij de lezer meeneemt. Om ten slotte in de epiloog tot de conclusie te komen dat verbinding, verantwoordelijkheid, tegenspraak, commitment en compassie de kernbegrippen zijn waar het bij leiderschap om gaat. Elk hoofdstuk eindigt met do’s en don’ts. De manager en controller kunnen er hun voordeel mee doen.
In ‘De hofhouding’ krijgen de verschillende spelers in een organisatie een plek. De hofnar en de klokkenluiders hebben een belangrijke plaats, omdat ze niet zomaar met de stroom meebewegen. Dat heeft een belangrijke functie. In ‘Oorlog en vrede’ krijgen fenomenen als jaloezie (of naar Parkinson: injaloetitis), de angstcultuur, de generatiekloof tussen generatie X, Y en Z, de rouwverwerking en organisatierot een plek. In ‘De onzichtbare organisatie’ bespreekt Vergouw de Abilene-paradox, waarin groepen mensen besluiten nemen die tegengesteld zijn aan de afzonderlijke overtuigingen en/of voorkeuren. Maar ook de trivialiteitswet van Parkinson, waarin de tijd die besteed wordt aan een agendapunt omgekeerd evenredig is aan het bedrag waarover het gaat. En de paradox van Cobb die stelt dat meer managementinstrumenten niet per se meer beheersing opleveren. Of in ‘Trots en vooroordeel’ het George Cloony-effect, dat de overschatting van het uiterlijk een plek geeft, of het dodo-effect, waarbij warmte en aandacht soms belangrijker zijn dan de inhoudelijke interventie in een organisatie zelf.

Vitaliseren van sociaal kapitaal in Nederland – Een kantelperspectief gericht op samenlevingsbrede talentontwikkeling
Joost Spithoven, Culemborg: Alertief, 2016, 276 blz., ISBN 9789082615807boek vitaliseren_0.JPG

Joost Spithoven schetst de situatie waarin we naar zijn oordeel anno nu verkeren, om vanuit het maatschappelijk onbehagen de omslag te maken naar een samenleving waarin talentontwikkeling centraal staat. Het vergt een sociale innovatie met zingevings-, leer- en veranderprocessen die raken aan de samenleving, organisaties en alle individuele mensen. De lezer wordt meanderend door verschillende perspectieven meegenomen in zijn visie op wat ons te doen staat, waarbij hij in het twaalfde, en laatste, hoofdstuk uiteenzet hoe Nederland er over tien jaar uitziet, als we zijn pad volgen. In het boek werkt hij uit hoe op de verschillende niveaus – van samenleving, organisaties, het individu en de systemen – de vereiste samenhang kan worden aangebracht. Spithoven biedt dit boek aan als inspiratieboek en niet als leer- of handboek. En dat is maar goed ook. Hoewel hij zeer vele wetenschappelijke inzichten in zijn boek de revue laat passeren, kan het geen wetenschappelijk verantwoord boek genoemd worden. Dat maakt het niet minder de moeite waard.
Het boek is systematisch opgebouwd. Elk hoofdstuk bevat een basisredenering en wordt steeds afgesloten met een praktijkvoorbeeld. Een aantal hoofdstukken wordt geopend met een interview. Een enkele hoogleraar (Rob Blomme, Organisational Behavour, Nijenrode, en Arjan van Timmeren, Chair of Environmental Technology & Design Delft), wetenschappelijk directeur (Hans Boutelier, Verweij-Jonker Instituut), bestuursvoorzitter, adviseur en burgemeester vormen de gespreks­partners die bijdragen aan de stellingen die Spithoven betrekt.
De auteur introduceert redelijk wat nieuwe begrippen in het begin van het boek. Begrippen die een onderdeel gaan vormen van de ankers die de nieuwe samenleving nodig heeft, zoals ‘flexcurity’, flexibiliteit en security, eigenschappen die organisaties en netwerken nodig hebben om mensen te verbinden en toekomst te bieden. Dat maakt het geen eenvoudig leesbaar boek. Fundamenteel kantelen is nodig. Doorlopend veranderen, verschuiven van welvaart naar welzijn en naar een nieuw type systeemverantwoordelijkheid. Naar de chaostheorie van professor Geer Teisman, waarbij de moderne, complexe samenlevingen balanceren op de grens van chaos en orde. Met een beetje geluk op weg naar de ‘betekeniseconomie’.
Het gaat om ‘het doorgronden van het wereldbeeld’ en de kijk op de eigen leefwereld, in een samenleving gericht op ‘leren van de toekomst’. Systeem en leefwereld zijn nauw verbonden met het individu dat in staat is kritisch te reflecteren op zichzelf. Van welvaartsstaat naar participatiesamenleving, en gemeenten die geheel anders georganiseerd zijn en werken. De gemeenteraad bestaat niet meer. De burgemeester weet burgers te verbinden in de opgaven waar de gemeente voor staat. Van smart cities naar intelligent citizen’, zonder vaste structuren, liquid government, met een versterkte ethiek en moraliteit in de samenleving die via narratieve leerprocessen democratischer functioneert en waar minderheden ook een plek hebben. Kortom een inspiratieboek dat er minimaal in slaagt erg onthecht naar onze dagelijkse werkelijkheid te kijken en regelmatig te denken geeft.

Drs. H.J.M. ter Braak is docent Strategie en Verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij Wagenaarhoes.

Sluiten