De rechtsstaat, de gezondheidszorg en veranderen als spel
30 augustus 2017 om 16:39 0 reacties
Ferdinand Grapperhaus geeft zijn visie op de afbrokkeling van de rechtsstaat en biedt het medicijn voor herstel in de ‘Rafels aan de rechtsstaat’. Adjiedj Bakas beschrijft in ‘Ziel in de zorg’ hoe technologische revoluties en nieuw burgerschap leiden tot een vernieuwde zorgbranche. Jaap Boonstra ontwikkelt met vijfentwintig medeauteurs het idee van het spelconcept verder in hoe ‘Veranderen van maatschappelijke organisaties’ succes kan hebben, en biedt praktische concepten en inspirerende praktijkverhalen.
Ferdinand Grapperhaus geeft zijn visie op de afbrokkeling van de rechtsstaat en biedt het medicijn voor herstel in de ‘Rafels aan de rechtsstaat’. Adjiedj Bakas beschrijft in ‘Ziel in de zorg’ hoe technologische revoluties en nieuw burgerschap leiden tot een vernieuwde zorgbranche. Jaap Boonstra ontwikkelt met vijfentwintig medeauteurs het idee van het spelconcept verder in hoe ‘Veranderen van maatschappelijke organisaties’ succes kan hebben, en biedt praktische concepten en inspirerende praktijkverhalen.
Rafels aan de rechtsstaat
Ferdinand Grapperhaus, Amsterdam: Prometheus, 2017, 128 blz., ISBN9789044631784
Ferdinand Grapperhaus mijmert na een wereldreis over het perspectief van de rechtsstaat in Nederland. Negen hoofdstukken, geschreven als vlugschrift en dus niet wetenschappelijk verantwoord, over rechteloosheid (hfdstk 1), de wetten, typisch Nederlands, de opkomst van de gelijkheid in Nederland, de verschillen in Nederland: een ongelijkheidsinventarisatie (bijna 50 pagina’s), vrijheid boven gelijkheid, de werkelijke ontwrichting, de instant karmasamenleving en de digitale kloof en een vernieuwde samenleving (hfdstk 9). Het boek is mede gebaseerd op zijn columns in het Financieele Dagblad, de literatuurlijst kun je op zijn site vinden.
Net terug van de reis herinnert Grapperhaus zich beter waar hij niet naar terug wil, dan waar hij het liefste naar terug wil. De onaangenaamheid van Calcutta, Kolkata, en de rechteloosheid van de lagere kasten wierp de vraag op hoe het met de ongelijkheid in Nederland gesteld is en maakte een kritisch zelfonderzoek onvermijdelijk.
Inkomensverschillen, generatieverschillen, opleiding, ras, religie, etniciteit, seksuele geaardheid, en man/vrouw-verhoudingen worden besproken en spelen een grotere rol dan in het verleden. Het adagium van Voltaire – ‘Ook al verafschuw ik uw mening, ik zal het uiten daarvan met mijn leven verdedigen’ – wordt een tamelijk loos gebaar bij religies die onder het mom van prediking of evangelie het principe uitdragen dat de verdraagzame ander het leven niet verdient. De overheid heeft de opdracht daar krachtig tegen op te treden. Populistisch gedachtegoed schiet inmiddels wortel bij de groeiende onderklasse en bij hen die hun kansen zien afnemen.
‘Vrijheid is het recht te doen wat is toegestaan’, aldus Montesquieu. De maatschappelijke discipline erodeert en men raakt het besef kwijt wat doel en betekenis van wetten en regels eigenlijk zijn. Vrijheid overvleugelde de gelijkheid. Als het om de EU gaat worden wetten inmiddels aan de kaak gesteld. Het veel gehoorde argument is dat vrijheid geen correctiemechanisme toelaat. Dat het juist het omgekeerde is, wordt niet meer gezien. Het is een weerspiegeling van het principe van de fragile state. Een rechtvaardige samenleving vereist evenwicht tussen vrijheid, gelijkheid en broederschap, ten koste van ontwrichting. Planloos populisme is het gevolg van het wegvallen van gemeenschapszin. Gemeenschapszin die met de digitale technologie verder ondermijnd wordt. Grapperhaus sluit af met een aantal adviezen om de rafels aan de rechtsstaat aan te pakken en te werken aan een rechtvaardige samenleving. Al met al een boeiend, goed leesbaar perspectief op de ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving met duidelijke adviezen over wat er moet gebeuren om die weer op de rit te krijgen.
Ziel in de zorg
Adjiedj Bakas, Amsterdam: Bakas Books, 2017, 354 blz., ISBN 978-94-91932-31-1
Met zo’n € 64,6 miljard is de gezondheidszorg goed voor ongeveer 28,5 procent van de uitgavenkant van ons nationale huishoudboekje 2016. Volgens Rick van der Ploeg en Willem Vermeend kost zorg iemand met een modaal inkomen nu ongeveer een kwart van zijn inkomen. Dat kan volgens hen in 2040 oplopen tot tussen de 30 en 45 procent. Met dat soort percentages zal de anonieme solidariteit niet standhouden. Mensen kiezen dan voor beleg op hun brood en een studie voor de kinderen, in plaats van bij te dragen aan de zorgkosten van een wildvreemde. Zowel technology push als market pull zorgen voor de innovatie die deze sector nodig heeft. De veranderingen zijn groot en de overheid zal in haar rol mee moeten.
Mark Britnell, voorzitter van KPMG’s global health practice en auteur van het boek ‘In Search of the Perfect Health System’, onderzocht het merendeel van de zorgstelsels op deze aardbol en concludeerde dat er geen perfect stelsel te vinden is. Wanneer er een perfect zorgstelsel zou zijn, dan zou het volgens Britnell de volgende componenten bevatten: de waarden en universele gezondheidszorg uit het Verenigd Koninkrijk, de eerstelijnszorg uit Israël, de mantelzorg en het vrijwilligerswerk uit Brazilië, de geestelijke gezondheidszorg uit Australië, de preventie en de gezondheidsbevordering uit Scandinavië, de patient & community empowerment uit delen van Afrika, research & development uit de VS, innovatie, flair en snelheid uit India, ICT uit Singapore, keuzevrijheid uit Frankrijk, financiering uit Zwitserland, en ouderenzorg in Japan.
‘De enige echte markt in de zorg is een belangenmarkt’, aldus journalist Syp Wynia. Porter (bedenker van Value Based Health Care: VBHC) betoogt dat een groot deel van de oplopende kosten valt te verklaren uit het feit dat zorginstellingen niet weten hoe ze hun kosten moeten berekenen. Ze verwarren ‘kosten’ met ‘hoeveel ze betaald krijgen’.
De solidariteit komt bij stijgende kosten onder druk. Het toezicht ontwikkelt zich naar het oordeel van Bakas op basis van principes en met minder regeldruk. Bottom-up initiatieven komen van burgers, zorgverleners en ondernemers. Gezondheid als niet ziek zijn, wordt meer het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren. Zes pijlers als lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijk participeren en dagelijks functioneren vormen de kern van het denken. Met veel meer eigen verantwoordelijkheid dan nu en de-institutionalisering en kleinschaligheid van de zorg. VBHC komt centraal te staan.
Dit mooie boek biedt veel inzicht in de ontwikkelingen die plaatsvinden. Het laat en passant de economische effecten zien en roept regelmatig de vraag op wat dit voor de overheid gaat betekenen. Voor bestuurders, managers en controllers biedt het boek een overvloed aan interessante perspectieven op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg.
Veranderen van maatschappelijke organisaties
Jaap Boonstra (25 auteurs onder redactie van), Amsterdam Antwerpen: Business Contact, 2017, 528 blz., ISBN 9789047009993.
Jaap Boonstra levert, samen met zijn medeauteurs een boeiend perspectief op veranderen bij maatschappelijke organisaties. In de eerste zes hoofdstukken, die hij telkens met een andere auteur schreef, wordt een theoretisch kader geboden rond het speelveld, het belangenspel, de spelpatronen, de vormgeving, het context maken en impact hebben. Daarna volgen acht hoofdstukken van diverse andere auteurs over een GGZ-organisatie, de sociale huisvesting, een ziekenhuis, onderwijs, de Nederlandse brandweer, het agentschap Telecom, de jeugdhulp, en tot slot een GGD. Boonstra sluit zijn boek af met twee hoofdstukken over ‘het spelmodel’.
Maatschappelijke organisaties balanceren tussen stabiliteit en vernieuwing. Een heldere visie op de toekomstige betekenis van de organisatie is voorwaarde voor ontwikkeling. Macht en invloed dien je in maatschappelijke organisaties goed te onderkennen. Spanningen zitten vooral in verschillen tussen professionele werkculturen, conflicterende waarden, ingesloten omgangsvormen, onbespreekbare verhoudingen en gestolde probleemdefinities. Respect, betrouwbaarheid en waarachtig acteren met valide informatie zijn essentieel.
Het derde deel beschrijft het uit de voorgaande hoofdstukken opgetelde idee van het spelmodel. Hoe betreed je het speelveld, hoe creëer je speelruimte, breng je de spelers in kaart, verbeeld je de spelambitie, doorgrond je de spelpatronen en maak je context? Veranderen vergt samenspel en impact organiseren. Beredeneer en concretiseer het spelidee, zorg voor een goede spelverdeling en breng spelvormen in, zorg dat de spelbeleving ervaren wordt met oog voor de boven- en onderstroom rond urgentie en verlangen.
Voor de bestuurders, managers en controllers in maatschappelijke organisaties een uitnodigend boek.
Drs. H.J.M. ter Braak is docent Strategie en Verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij Wagenaarhoes.