Publiek management evalueren
2 december 2019 om 13:01 0 reacties
Wim van Noort e.a. schreven een interessant boek over het Nederlandse publieke management, rond belangrijke thema’s waar de huidige publieke manager mee te maken krijgt. Tjerk Budding en Mattheus Wassenaar beschrijven de veranderende rol van de public controller. Diens adviesrol neemt in belangrijkheid toe. Ivo Brughmans beschrijft hoe je soepel kan en moet leren schakelen tussen tegenpolen en maakt daarbij geen onderscheid naar publieke of private sector. De tijden van of-of-denken lijken voorbij en die van en-en-denken gekomen.
Publiek Management
Wim van Noort, Sandra Groeneveld, Marieke van de Hoek, Jelmer Schalk, Joris van der Voet (redactie), Uitgeverij Coutinho, Bussum 2018, 288 blz., ISBN 9789046906095.
De meeste auteurs van dit boek zijn of waren verbonden aan de leerstoelgroep Publiek Management van het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden. De toenemende complexiteit en dynamiek op allerlei terreinen van publiek management vormde de aanleiding tot het boek. Eigen onderzoek vormde een belangrijke bron naast publicaties van anderen. Elk hoofdstuk bevat enkele kaders waarin begrippen worden toegelicht of een voorbeeld wordt gegeven en wordt afgesloten met een heldere conclusie. Aanvullend studiemateriaal – zoals opdrachten, antwoorden en een begrippentrainer – is te vinden op de website bij het boek. Diversiteit en inclusiviteit vormen een belangrijk aspect van publiek management. De manager wordt consequent als ‘zij’ in plaats van ‘hij’ aangeduid.
In deel 1 zet de redactie eerst het thema van het boek neer door de dilemma’s van de publieke managers in hun context op macro-, meso- en microniveau. Zo worden grofweg de politiek-bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen vanaf de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden neergezet. Uiteindelijk gevolgd door de interorganisationele netwerken in hedendaags publiek management, organisatiestructuren, motivaties en integriteit. De auteurs sluiten aan op het artikel van Hood (1991), waarin deze de fundamenteel verschillende sets van waarden die ten grondslag liggen aan dilemma’s en vraagstukken behandelt waarmee publieke organisaties worden geconfronteerd bij het nastreven van oplossingen voor maatschappelijke problemen.
In deel 2 richten ze zich op het handelen van publieke managers ‘binnen de context’, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de externe en de interne component van publiek management. Bij de externe component gaat het om de beïnvloeding van de stakeholders. Bij de interne component is verandermanagement een cruciale opgave geworden. Communicatie is een wezenlijk instrument geworden in de complexe veelal gehorizontaliseerde en gedigitaliseerde omgeving met zijn grote dynamiek en (potentiële) crises, waarin publieke managers hun taak uit te oefenen hebben.
Het leiderschap van publieke managers is veranderd en vereist transformationeel en transactioneel leiderschap. Autonomie van medewerkers en goed teamwork stellen hun eigen eisen aan het publieke leiderschap. Passend HRM beleid met een goede balans tussen autonomie en beheersing, met goed oog voor diversiteit en etnische en culturele heterogeniteit vormt een essentiële succesvoorwaarde.
De veranderende rol van de public controller
G.T. Budding, M.C. Wassenaar (redactie), Boom bestuurskunde, Den Haag, 2018, 111blz., ISBN9789462368897.
Beide auteurs schreven de belangrijkste bestanddelen van het boek. R. Gradus en J.M. van Sonsbeek schreven het tweede hoofdstuk over de Nederlandse collectieve sector. Intrigerend hoe verschillend wetenschappers er steeds weer in slagen de werkelijkheid te benaderen. Het begint al met de verschillen die de auteurs van ‘publiek management’ en deze beide zien tussen publieke en private organisaties. De overlap is minder dan je zou verwachten.
Publiek management stelt andere eisen en dus zal de rol van de controller moeten veranderen. Budding en Wassenaar blijven in het eerste hoofdstuk met hun beschrijving van de veranderingen voornamelijk binnen het theoretisch kader van ‘control’. Ze hanteren de volgende definitie van de public controller:
De public controller adviseert de publieke organisatie en haar leiderschap gevraagd en ongevraagd over het formuleren, realiseren en evalueren van maatschappelijke en financiële resultaten, de opzet en werking van het management control systeem en het afleggen van publieke verantwoording. De public controller verzamelt, analyseert en adviseert op een onafhankelijke en objectieve wijze.
Gradus en Van Sonsbeek beschrijven in het tweede hoofdstuk vooral de (organisatorische) veranderingen binnen het publieke domein zelf, die gaan over het elders neerleggen van taken met stevige financiële consequenties tot gevolg.
Budding wil in hoofdstuk 3 als het om de werking van het control systeem gaat, de nadruk vooral bij de soft controls leggen. Maar met Simons en Hofstede’s framework als idee, en Otley’s waarschuwingen, komt hij na bespiegelingen over de agency- en stewardshiptheorie en risicomanagement uiteindelijk toch uit bij het COSO(2017) en het inmiddels klassieke lines of defense-model.
In het slot hoofdstuk gaat de aandacht van Wassenaar uit naar de consequenties van al het voorgaande voor de controller. Het gaat onder andere over de spanning tussen de financiële en maatschappelijke waarden, en over de persoonlijkheid van de controller met gebruikmaking van het insights-model en de MBTI-dimensies.
Paradoxaal leiderschap, soepel schakelen tussen tegenpolen
Ivo Brughmans, Boom uitgevers, Amsterdam, 2016, 204 blz., ISBN 9789058754479.
Ivo Brughmans is geïntrigeerd door paradoxen en werkt in zijn boek, met een voorwoord van de helaas recent overleden Leon de Caluwe, heel praktisch uit waarom en hoe paradoxen het huidige leven bepalen. In het eerste deel van het boek ‘voor iedereen’, verkeren we in het lab. Bestuur, directie, management en professionals zullen er aan moeten geloven. In het tweede deel verkeren we op de werkvloer. Elk hoofdstuk sluit af met kort samenvattende kernpunten.
De auteur start met het uit de doeken doen van basisbegrippen en hoe polariteiten werken in organisaties. Daarna gaat hij in op de beperkingen van het of-of-denken, gevolgd door (de voordelen van) het denken vanuit en-en-perspectief. Hij licht de noodzaak toe soepel te schakelen tussen tegenpolen. Tegenpolen hebben elkaar nodig om balans te brengen.
Als in organisaties bewust tegenkrachten gescheiden worden georganiseerd in verschillende eenheden, zal het moeilijk worden ketensamenwerking te realiseren als de tegenpolen elkaar tegenwerken. Ambiguïteit is de norm, ambidexterity de managementopgave. Met het polariteitenwiel maakt hij duidelijk hoe je tegenpolen kunt samenbrengen zonder in de knoop te raken.
In het tweede deel opent Brughmans met het bepalen van richting en sturen, koersvast of situationeel schakelen. De politie wordt genationaliseerd, de jeugdzorg gedecentraliseerd. Is de overheid schizofreen geworden? Voor beide bewegingen waren sterke argumenten. In beide gevallen is het echter zoeken naar een creatieve combinatie en mengvorm waar beide aspecten voldoende ruimte hebben en er een goed evenwicht is. Een nationale politie die schaalgrootte combineert met lokale inzet. Een jeugdzorg die lokale kennis kan koppelen aan een gecoördineerde en integrale landelijke aanpak. Helaas stel ik vast dat de overheid de opgave niet zo heeft benaderd.
De kracht van verbonden duaal leiderschap is hard nodig, betoogt Brughmans. Stimuleer een dubbele identiteit, geef sturing zonder te verstikken. Beperk de meetbaarheidsobsessie tot reproductieprocessen. Verbindt verandering en continuïteit met nieuwe syntheses. Voedt de ziel van de organisatie, met paradoxale interventies. Geef schaduwaspecten een aangewezen plek in plaats van ze weg te duwen. Benut hun energie. Communiceer open en eerlijk met zowel hun mooie als mindere kanten. Benoem je professionele identiteit in termen van spanningsvelden in plaats van eenduidige kwaliteiten en ontwikkel de paradoxale competentie. Een nieuwe uitdaging ook voor de controller.
Wim van Noort e.a. schreven een interessant boek over het Nederlandse publieke management, rond belangrijke thema’s waar de huidige publieke manager mee te maken krijgt. Tjerk Budding en Mattheus Wassenaar beschrijven de veranderende rol van de public controller. Diens adviesrol neemt in belangrijkheid toe. Ivo Brughmans beschrijft hoe je soepel kan en moet leren schakelen tussen tegenpolen en maakt daarbij geen onderscheid naar publieke of private sector. De tijden van of-of-denken lijken voorbij en die van en-en-denken gekomen.
Drs. H.J.M. ter Braak is docent Strategie en Verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en organisatieadviseur bij Wagenaarhoes.